Politiek

Interview Zita Schellekens, kandidaat-lijsttrekker PvdA Europarlement

01-11-2013 13:39

Zita Schellekens. Ze heeft op haar 28ste al veel gedaan binnen de PvdA. Ze was ooit internationaal secretaris van de Jonge Socialisten, ze werkte voor het wetenschappelijk bureau en de Anne Vondelingstichting en was politiek assistent van staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk in het tweede kabinet-Balkenende. “Ik wilde de publieke zaak dienen, het politieke vak leren en mijn idealen verwezenlijken”, vertelt Schellekens op een warme herfstmiddag op een Amsterdams terras. 

Schellekens zette zich eerder in voor de democratie in Birma en houdt zich tegenwoordig bij Heineken bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ze staat in de startblokken om campagne te voeren voor het lijsttrekkerschap van de PvdA voor de Europese verkiezingen van mei 2014: “Ik heb altijd geprobeerd issues die heel ver van mensen af leken te staan dichtbij de mensen te brengen en ze het gevoel te geven dat ze het verschil konden maken. En dat wil ik nu gaan doen in Europa.”

 

Je CV puilt uit van het idealisme. De vraag dringt zich op waarom je in hemelsnaam in het Europees Parlement wilt.

 

“Ik geloof dat mensen individueel een verschil kunnen maken. Ik vind het belangrijk om een verandering te brengen op plekken waarvan mensen denken dat dit niet kan. Het bedrijfsleven is daar een voorbeeld van, maar ook het Europees Parlement. Dat gold ook voor Birma, een vergeten natie waarvan mensen denken: ‘dat is zo ingewikkeld, laten we dat maar niet proberen want dat zal toch niet lukken.’ Je inzetten voor Birma maakt juist wel verschil. Zo heeft het Europees Parlement laten zien dat je met sanctiewetgeving een land als Birma kunt dwingen bijvoorbeeld mensenrechtenactivist Aung San Suu Kyi vrij te krijgen. Mensenrechten zullen ook voor mij de komende jaren een prioriteit zijn.

“Het Europees Parlement moet bovendien worden ingezet als een effectief middel om sociaal-democratische doelen te verwezenlijken. Natuurlijk moeten we af van Straatsburg en moeten we kijken naar beloningsbeleid maar uiteindelijk is de vraag: hoe kun je zorgen dat die betere wereld waar wij sociaal-democraten in geloven ook echt tot stand wordt gebracht? Ik denk dat we ons nu te vaak hebben laten gijzelen door discussies over ‘dingetjes’ en dat we te weinig hebben gedacht over de grotere lijn en de nieuwe stip aan de horizon, namelijk dat we moeten werken aan een economie van de vooruitgang.”

 

Dat klinkt als praat van communicatieadviseurs.

 

“Als je kijkt naar hoe de wereld verandert, dan kun je je richten op ouderwetse industrieën en ouderwetse economieën, maar daar zit de groei nu niet meer in, dat zien we pijnlijk. Mensen verliezen hun baan en er komen geen nieuwe banen bij. Dus je moet gaan investeren in nieuwe industrieën die wel groei kunnen bieden en die wel toekomstbestendig zijn. We moeten in de eerste plaats meer gaan samenwerken, alle potentie in Europa ook benutten. Dan bedoel ik de potentie van grote bedrijven, het MKB, NGOs en academici. Dat gaat alleen maar als je gaat samenwerken.

“Wat mij betreft gaat het om duurzaamheid en innovatie. Ik denk dat Europa daarin kan uitblinken ten opzichte van de rest van de wereld en dat dat past bij het Europa wat we tot nu toe hebben opgebouwd. Je hoort Azië niets zeggen over duurzaamheid. Het staat ook in Afrika en Latijns-Amerika niet op de agenda. Dus daarmee kunnen we ons heel nadrukkelijk profileren en neerzetten ten opzichte van de rest van de wereld.”

 

Dit lijkt op wat voormalig lijsttrekkerskandidaat Judith Merkies zegt. Wat is er anders aan jouw verhaal?

 

“Bij Judith gaat het over regelgeving en dat is een mooi middel om een doel te bewerkstelligen. Maar het is wat mij betreft groter. Ik denk wel dat die regelgeving nodig is, maar we moeten daarnaast vooral gaan investeren. In Groningen zijn ze bijvoorbeeld heel erg goed op het gebied van watertechnologie. Ze willen het ‘Capital of Water Technology’ worden. Laten we daar bijvoorbeeld op in gaan zetten. Door zo’n specifieke industrie-agenda na te streven creëer je banen voor hoger en lager opgeleiden.”

 

Dat klinkt als meer Europees beleid en dat is electoraal onaantrekkelijk.

 

“Ik wil niet dat Europa meer, maar wel andere bevoegdheden krijgt. Burgers zijn in Nederland heel erg kritisch over Europa maar ze vinden ook dat Europa bepaalde zaken wel goed doet. Dat zijn bijvoorbeeld mensenrechten, consumentenbescherming, voedselzekerheid en telecom. Zij geloven ook wel dat Europa een positieve rol kan spelen in het creëren van werkgelegenheid en economische groei. Dat zijn ook de thema’s waar ik me op wil richten. Ik wil me richten op de thema’s waarbij Europa verschil kan maken.

“Niet iedereen profiteert gelijkmatig van de Europese Unie, met name mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt niet. Vrachtwagenchauffeurs profiteren simpelweg niet. Mensen in de thuiszorg ook niet. Daar moet dus extra aandacht naar uitgaan. Ik wil me bij het creëren van banen richten op de verliezers van de economische eenwording, jonge mensen die geen baan kunnen vinden en oudere mensen die afgeschreven worden en hun baan verliezen. Ik vind dat daar in Europa passend beleid voor moet worden gemaakt.”

 

Maar dat klinkt hopeloos algemeen. Wat moet Europa dan precies doen?

 

“Er is bijvoorbeeld een jeugdwerkgarantiefonds en dat draagt lidstaten op iets te doen voor jongeren die binnen vier maanden na hun opleiding geen passende baan kunnen vinden. Dat loopt nu tot 25 jaar, terwijl hoog opgeleide jongeren die geen baan kunnen vinden ouder zijn. Die leeftijd moet dus omhoog naar 28 jaar. Daarnaast is er een Europees globaliseringsfonds voor mensen die niet profiteren van de Europese eenwording. Mensen die ontslagen worden kunnen bijvoorbeeld training krijgen zodat ze zich kunnen omscholen naar een nieuw beroep. Ook kunnen we met bedrijven die mensen willen ontslaan om de tafel gaan zitten om te kijken wat we kunnen doen om de mensen aan het werk te houden. Hoe kunnen we samenwerken aan oplossingen? Dat is heel concreet.”

 

Ik zie de televisiedebatten al voor me. Laurence Stassen van de PVV zegt dan: ‘Ik ben dat allemaal met je eens, dat kunnen we gewoon in Nederland regelen. Daar hebben we Europa niet voor nodig’. Is dit echt een Europees thema?

 

“Ik denk dat die visie achterhaald is. Het is zonde om mogelijkheden die je hebt om een probleem op te lossen links te laten liggen. De PVV creëert schijnoplossingen. We kunnen heel lang praten over wie de veroorzakers zijn van de crisis, maar ik kijk liever naar wie het kunnen oplossen. En volgens mij kan Nederland dat, maar je moet daarnaast ook een sterk Europa creëren wat daar alleen maar bij kan helpen.”

 

Jij zegt op je website dat de PvdA geen duidelijk geluid laat horen in het Europees Parlement. Maar als jij er zit, is de kans dat je zichtbaarder bent dan de huidige PvdA-Europarlementariërs minimaal. Ook jouw zichtbaarheid zal zeer beperkt zijn.

 

“Dat denk ik dus niet. Mijn insteek is juist om veel het land in te gaan en het debat op te zoeken en ook elke keer de koppeling te maken tussen wat er gebeurt in jouw stad en welke oplossingen Europa daarvoor kan bieden.”

 

De kans is groot dat we jou over vijf jaar verwijten wat de PvdA nu de huidige PvdA-Europarlementariërs verwijt.

 

“Dat denk ik niet. Ik snap de risico’s wel en hoe ingewikkeld het is en ik onderschat ook zeker niet de modder van het Europees Parlement, stemmen in Straatsburg en wat dat met zich meebrengt. Maar ik denk dat ik door partijen bij elkaar te brengen, veel op te trekken met de Tweede Kamerfractie, veel het land in te gaan en mensen op te zoeken wel een verschil kan maken. Ik vertel je hoe ik het zou willen doen, daar ben ik politicus voor. Ik ga niemand afvallen. Iedereen doet het op zijn eigen manier en iedereen heeft daar een bepaalde visie bij. Het is natuurlijk spannender als ik andere PvdA-ers af ga zeiken, maar daar wil ik dus niet aan meewerken.”

 

Welke belofte kunnen de lezers van ThePostOnline noteren voor als je straks gekozen bent?

 

“Ik beloof dat ik transparant zal maken hoe we stemmen en waarom. Daarnaast gaan we continu de wijken en de steden in om het gesprek aan te gaan.”

 

Hoe vaak kunnen we je in het land verwachten?

“Heel vaak. Toen ik politiek assistent was, was het zeker drie zaterdagen per maand. Ik denk dat dat weer zo zal zijn.”

 

Chris Aalberts sprak Zita Schellekens op 22 oktober 2013 op het terras van Café Krull in Amsterdam. Hij sprak eerder al met Schellekens’ concurrent Bernard Naron en de door de PvdA niet als kandidaat geaccepteerde Judith Merkies. Eind november maakt de PvdA de lijsttrekker voor het Europees Parlement bekend. Beeld: Zita Schellekens, gefotografeerd door Barbara Bos.