Treingeweld – Een stationsagent gaat weinig uithalen

12-03-2015 14:01

Het Kabinet weet van aanpakken. In ieder geval na elk ophef-waardig incident. Zo ook na de recente zware mishandeling van een NS-conductrice, die leidde tot een toeterprotest onder treinpersoneel. En nu komt er een stationsagent op de twintig grootste stations, worden de ov-chippoortjes gesloten en moet intensief cameratoezicht herhaling voorkomen. Gelukkig maar, nu kunnen we allemaal weer opgelucht ademhalen en over tot de orde van de dag. Toch?

Nee. Natuurlijk niet. Het is zeer te betwijfelen of verhoogd cameratoezicht en een stationsagent zullen bijdragen aan een hoger veiligheidsrendement. In normaal Nederlands: het kost een flinke duit, maar heb je daarvoor ook aantoonbaar minder geweldsincidenten? Dat is zeer de vraag. Een andere en meer voor de hand liggende oplossing is zeker mogelijk. Deze oplossing kost tevens geen cent belastinggeld, want alle forenzen hoeven alleen maar even in de spiegel te kijken.

Wegkijken

Iedereen die het wel eens in zijn hoofd heeft gehaald om potentieel conflict-veroorzakend intermenselijke communicatie te bezigen in het openbaar vervoer (lees: iemand aanspreken op asociaal gedrag) weet dat op zulke momenten alle medereizigers de Metro, Spits of de eigen telefoon ineens buitensporig interessant vinden. Zodra de betreffende tokkietreinreiziger de coupé heeft verlaten, komt niet zelden onmiddellijk een na-oorlogse verzetsbeweging op gang: “Goed hoor meneer, hoe u diegene aansprak – u was mij net voor.” “Nou mevrouw, wat u zegt – het is toch bij de wilde spinnen af, nietwaar?” Te weinig, te laat. En zo gaat het altijd – áls er überhaupt al iemand opstaat tegen een aso in het ov.

Hoewel buschauffeurs en conducteurs altijd tijdens hun werk omringd zijn met mensen, moet het op sommige momenten het meest eenzame beroep ter wereld zijn. Zodra er een groepje (al dan niet beschonken) tokkies, een Cartman-kloon of een opgeschoten Duracell-konijn zichzelf het recht toe-eigent om je verrot te schelden of tegen je bus (of met een beetje pech tegen jou) aan te trappen, is het enige dat je doorgaans kunt verwachten van je passagiers een ongemakkelijke, half wegdraaiende ‘Tja.. ik vind dit ook niets’-blik. Ook favoriet conflict-vermijdend gedrag van de homo forensus: met hoog opgetrokken wenkbrauwen een geconstipeerde en zenuwachtige ‘Noujaaaah zeg’-glimlachen uitwisselen.

Het bystanders non-intervention-effect

In die linie van zinloos geweld heeft de ov-medewerker uiteraard helemaal niets aan mensen die snel de loopgraven induiken en je vanuit daar nog wel even toeroepen ‘dat ze achter je staan, hoor’, en al dekking zoekend nog even snel zwaaien met het solidariteitsduimpje. Laten we wel wezen: indien geconfronteerd met schreeuwende passagiers of ronduit agressieve aso’s, wordt in het gros van de gevallen de ov-medewerker keihard in de steek gelaten. Mensen houden niet van gedoe, van conflict, van ad hoc verantwoordelijkheid nemen. Voor je het weet krijg je zelf ook een knal voor je kanis.

Hierin speelt het zogeheten bystanders non-intervention-effect mee. Experimenten hebben uitgewezen dat de kans dat je geholpen wordt door een omstander 75 procent is, als er maar één omstander is. Hoe meer omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt. Dit kun je ook zelf testen door een eurootje te laten vallen in een lift met maar één persoon, en dat een keer herhalen in een lift met vijf of zes personen: de kans dat iemand het muntje opraapt met de woorden “U heeft iets laten vallen” daalt naarmate het aantal personen in de lift toeneemt. Een van de onderliggende factoren is de mate van sociale cohesie: voel je je onderdeel van de groep waarbinnen het incident plaatsvindt, en voel je jezelf er dus verantwoordelijk voor?

Overheid doet beloftes die ze niet kan waarmaken

De pro-actieve houding van een overheid die het komt ‘oplossen’ met extra stationsagenten en verhoogd toezicht, maar ook met Postbus 51-filmpjes die nota bene oproepen om in het geval van zinloos geweld vooral niet zelf in te grijpen (!) maar op veilige afstand (vanuit die loopgraaf dus) 112 te bellen, zullen niet bepaald bijdragen aan de groei van eigen verantwoordelijkheidsgevoel bij burgers. Het corrigeren van sociaal onwenselijk gedrag (bedreiging of zelfs geweld tegen dienstverlenend personeel in de openbare ruimte) wordt op deze wijze niet alleen uitbesteed aan de overheid, de overheid trekt deze rol ook actief naar zich toe.

Gevolg: de overheid doet hiermee beloftes die zij niet kan waarmaken. Wanneer binnen een groep (zoals een samenleving) het onderling sociaal corrigerend vermogen totaal ontbreekt, en dus niemand ooit eens te horen krijgt dat ‘ie even moet dimmen, zijn voeten van de bank moet halen of misschien gewoon even zijn kaartje moet laten zien, ontstaat het beeld bij een kleine provocerende minderheid dat het best wel OK is om een trein-tiran te zijn. Niemand die hem/haar een strobreed in de weg legt, tenslotte. Het is irreëel om van 20 agenten te verwachten dat zij kunnen compenseren voor dit gebrek aan sociaal corrigerend vermogen binnen de hele Nederlandse samenleving. En dus is het wachten op een nieuw incident, een nieuwe storm van verontwaardiging. Uiteraard gevolgd door de welbekende (en onderhand doodvermoeiende) ‘ophef’ op social media, en daarna nog meer “maatregelen” die ons een lekker veilig gevoel moeten geven.

Trek uw grote bek eens open

Wellicht wordt het tijd dat de overheid eens tegen de burger zegt: in plaats van achteraf in de veilige verontwaardigheidscocon te kruipen die social media heet, of teddy-beertjes neer te leggen op de plek waar het slachtoffer werd afgeranseld, of (oh, the horror) mee te lopen in een stille tocht en daarna bij Opsporing Verzocht aan de telefoon te hangen met een wel heel accurate beschrijving van de dader, kunt u wellicht uzelf, elkaar en de overheid een handje helpen.

Door gewoon eens uw anders altijd zo grote bek open te trekken op het moment dat het écht een verschil kan maken.