Laat Wilders en Pechtold maar praten: we weten niets van de thuisblijvers

23-05-2014 17:47

De exitpolls waren alles wat Alexander Pechtold (D66) en Guy Verhofstadt (opperhoofd van de Europese liberale ALDE-fractie) nodig hadden: Nederland heeft pro-Europa gestemd. Als de uitslagen van GeenStijl kloppen dan krijgt D66 er een zetel bij en gaat er bij het CDA (toch de partij die de landbouwsubsidies zeker moet stellen) een zetel af. In principe zijn de uitslagen niet bar anders dan de vorige keer, evenals de bedroevend lage opkomst van rond de 35 procent. Toch zijn de conclusies die worden getrokken geheel uiteenlopend. Waar vorige keer de PVV won en dus heel Nederland wel anti-EU moest zijn, heeft deze keer D66 een zetel erbij en concludeert op basis van een peiling (want dat zijn verkiezingen in principe, alleen zijn er dan wel consequenties aan verbonden) met een opkomst van 35 procent compleet het tegenovergestelde: Nederland is pro-EU.

Thuisblijven wordt uitgelegd in het voordeel van de winnaar

Dergelijk geijl (of het nou komt van Wilders zoals vorige keer, of deze keer van Pechtold) slaat uiteraard als een tang op een varken. Want hoe kan men weten (aan beiden kanten) dat de mensen die thuisbleven pro-EU of anti-EU waren? Als de verkiezingen van gisteren ons een ding zeggen is dat de laatste twintig jaar een trouwe schare van ongeveer 30-40% van het electoraat altijd wel op komt dagen, en dat slechts dat deel van het electoraat het idee heeft dat stemmen zin heeft (anders ga je niet stemmen).  Van de overige 70-60 procent is het onmogelijk te weten wat hun mening of opvatting is over Europa: thuisblijven van kiezers wordt altijd uitgelegd in het voordeel van de winnaar.

In de verkiezingsoverwinningsroes (van mogelijk 1 zetel: een kinderhand is snel gevuld) vergeet D66, toch een voorstander van een democratischer Europa, dat de stabiliteit in zeer lage opkomst en de marginale verschillen in verkiezingsuitslagen laten zien dat de politieke partijen (zowel voor- als tegenstanders van de EU) niet in staat zijn om kiezers te overtuigen het noodzaak van het bestaan of afschaffen van het Europees Parlement. Dit kunnen de politici zichzelf, en alleen zichzelf aanrekenen.

Apathie van de politicus is een gevaar

Trots zijn op een zetel winst, dit uitleggen als een overwinning voor de EU-gezinden ondanks de treurig lage opkomst (en dus mandaat van) 35 procent is natuurlijk gelul van een dronken aardbei. Het gebrek aan opkomst wijten aan de kiezer die te lui, te dom of te onverschillig is om een stem uit te brengen des te meer. Het gevaar voor de democratie zit niet zozeer in apathie vanuit de kiezer, maar in dit geval in de politicus die hiervoor zijn handen op de oren legt en heel hard “LALALALA” roept. De niet stemmende kiezer heeft al het gevoel niet teveel in de melk te brokkelen, deze stille meerderheid negeren zal het gevoel alleen maar versterken.

De Europese verkiezingen uitleggen als een overwinning aan de politieke zijde, is een uitleg die misschien leuk is voor die 35 procent die gisteren naar de stembus is gegaan. Maar zolang het feestje van de democratie alleen leuk is voor een derde van het electoraat, heb je geen democratisch tekort maar een democratische crisis.