Jesse Klaver moet het inmiddels ook tegen de progressieve pers opnemen

29-05-2015 11:10

Anderhalf jaar geleden interviewde ik een jonge, veelbelovende PvdA-wethouder (inmiddels weggestemd, maar elders in de bureaucratie alweer ruimschoots onder de pannen), die zich in navolging van Mark Rutte actief verzette tegen de aanzwellende roep om ‘visie’. Hij was er, net als Mark, trots op geen visie te hebben en als één van de eerste in zijn partij per Facebookpagina standpunten te lanceren die vervolgens, mede aan de hand van de reacties, al of niet naar het lokale verkiezingsprogramma werden doorgesluisd. Zijn leven zag er opgeruimd en zonnig uit. ‘Visie kost te veel tijd,’ was zijn kernbetoog.

 

“Bij het opstellen van een visie moet je eerst mensen uitnodigen. Daar dan mee gaan praten. Vervolgens eindeloos onderhandelen tot je het allemaal met elkaar eens bent. En als je eindelijk een slotdocument hebt, een visie, heeft de werkelijkheid je allang ingehaald.”

Zijn voorbeeld: Toyota

Als hij experts of tegengas nodig had, twitterde hij wel even een kwestie of stelling en had dan binnen een paar uur de relevante reacties in de ‘betrokken doelgroep’ binnen. Zijn voorbeeld was geen politicus, geen staatsman, geen denker, geen dichter, maar een fabriek. Toyota. Het productieproces bij Toyota, om precies te zijn. De wethouder sprak het woord lean management uit alsof de heilige graal uit de lucht was komen vallen. En omdat ik een stomme zeur ben, viel ik hem lastig met de ‘uitgangspunten van de partij’, en hij lachte. Ach ja, uitgangspunten, dat waren in zijn ogen hoogstens een soort rekbare productspecificaties ‘waar je binnen moest blijven’. Uiterste randen, anders kukelde je geloofwaardigheid om. Meer niet.

De dubbele vijand

Dit zonnige type technocraat, wiens geheugen niet verder reikt dan de laatste Toyota die van de band rolt, is de laatste jaren helaas dominant geworden in de politieke arena. Vandaar dat ik even van mijn stoel opveerde toen Jesse Klaver het onlangs overnam bij GroenLinks. Bij zijn aantreden deed hij iets opmerkelijks, wat niet opmerkelijk zou moeten zijn, maar het onderhand wél is: hij verklaarde met het nodige aplomb ergens tegen te zijn. Tegen de ‘economisering’ van de samenleving of, gegoten in een nog wat steviger zelfstandig naamwoord, tegen het om zich heen grijpende ‘economisme’ (vrij vertaald: een denktrant waarin alles wordt gereduceerd tot cijfertjes). Dit leek, verdorie, wel het begin van een standpunt! Ja, een visie! Vandaar dat het hem door communicatieadviseurs ook afgeraden was dergelijke woorden in de mond te nemen.

Als klap op de vuurpijl opende de Volkskrant de volgende ochtend met een groot voorpagina-artikel over de jonge Jesse, niet om opgelucht adem te halen en Jesse Klaver lof toe te zwaaien voor zijn durf, maar om hem te kapittelen. Hij ‘surfte mee’ op ‘een protestbeweging’, schreef de VK-scribent van dienst. En de maatschappelijke weerzin tegen cijfertjesterreur omschreef diezelfde VK-er als ‘een sentiment’. Voor het eerst begreep ik dat Jesse niet alleen een generatie van zombiepolitici te overwinnen heeft, maar ook nog zijn ‘vrienden’ van de progressieve pers, die, gelet op dit voorpagina-artikel, ongemerkt zijn overgelopen naar de kampioenen van de holle technocratie, te weten Samsom en Rutte. Kennelijk houdt men in die kring geen rekening met het gegeven dat Jesse daadwerkelijk vindt dat de cijfertjesmanie een rechtstreekse bedreiging vormt voor ons aller welbevinden en toekomst.

Sterkte, Jesse!

Het wordt de komende maanden dan ook spannend of Jesse Klaver zich door collega’s en journalisten zal laten versnijden tot een verzameling soundbytes of dat hij, over hun hoofden heen, zijn strijd tegen het ‘economisme’ naar de pleinen, parken, markten, postcodes en barbecues van Nederland weet te brengen.

Omdat voor een politicus anno 2015 niets zo gevaarlijk lijkt te zijn als het uitdragen van een visie, wens ik hem, hierbij, alle denk- en slagkracht toe voor de komende tijd!