Column

Over de vrijheid van meningsuiting zijn we het toch gewoon eens?

01-08-2013 12:58

Natuurlijk heeft Hafid Bouazza gelijk in zijn verbale strijd tegen iedere vorm van door angst ingegeven zelfcensuur.  Angst mag – in het vrije debat – nooit vat krijgen op tong of pen. Menselijkheid, ja. Inlevingsvermogen, natuurlijk. Maar niet de angst voor fysieke represailles van diegenen die de grens tussen woord en daad niet snappen, en van hun oververhitte eigen gelijkje een kapmes smeden, of een pistool.

Natuurlijk is het schandalig dat Ebru Umar van alle kanten bedreigd wordt om een niet eens zo heel erg provocerend stukje nachtrustethiek. En al was het wel provocerend geweest, dan nog. Natuurlijk is het tenenkrommend hoe Monique Samuel belaagd werd omdat ze een klaarblijkelijk minder welgevallige mening uitte over de moslimbroederschap. Natuurlijk is het buitengemeen zorgelijk dat er mensen zijn die voor het schrijven snel het gif van hun pen wassen om de hatende horden hun eventuele munitie te ontnemen.

Natuurlijk is dat allemaal waar, en natuurlijk heeft iedereen die zich ook deze week weer opgewonden heeft over de vrijheid van meningsuiting en haar vijanden inhoudelijk gezien volledig gelijk. Aan het vrije woord zal niet worden getornd – linksom noch rechtsom. Dat is zo klaar als een klontje, dat staat als een paal boven water, en daarover is zo ongeveer iedereen in Nederland het wel eens, al jaren. Althans, mij, en vrijwel alle mensen met wie ik zo nu en dan over dingen praat, hoeft u daarvan echt niet te overtuigen.

De policor elite is een hersenspinsel

Precies dat is wat me ook in steeds sterkere mate tegenstaat aan de monologen en tirades die er over dit onderwerp met enige regelmaat tot ons komen van het ronkende islamkritische establishment: het impliciete, en soms expliciete verwijt dat er een zekere politiek-correcte multiculelite dwangmatig problemen loopt te ontkennen en bagatelliseren omdat ze niet in het verschillige, flower-power, betuttelracistische wensdenkplaatje zouden passen – zie ook de overigens geestige parodie van Hans Teeuwen in VPRO’s Zomergasten  van deze week (minuut 100).

Die mensen lijken bovendien een sociaal, politiek en economisch profiel hebben dat sterk lijkt op dat van de progressieve, GroenLinksstemmende wetenschapper die momenteel dit stukje tikt. Sterker, ondergetekende krijgt met enige regelmaat het verwijt tot die policor ontkennersmafia te behoren. Heel gek, want ik ken die mensen namelijk niet. Nergens. Er zijn veel zaken waarover ik het hartgrondig oneens ben met mensen die cynischer, sceptischer of rechtser tegen de wereld aan kijken dan ik, maar het belang van de vrijheid van meningsuiting is er meestal niet één van.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat zulks bovendien geldt voor een flink deel van het progressieve electoraat. En weet je, volgens mij geldt hetzelfde voor verreweg de meeste Nederlandse moslims. De policor linkse ontkennerselite waarop voortdurend zo afgegeven wordt, is anno 2013 op dit punt misschien wel vooral een hersenspinsel. Een gefossiliseerd beeld uit de late jaren negentig dat nog slechts een prominent bestaan leidt in de hoofden van de rechtse, zichzelf als een grijs gedraaide plaat na echoënde opinie-elite.

Tussen vrijheid en politiestaat

Ik stel dan ook voor dat we stoppen met vol vuur over datgene te oreren waarover we het eigenlijk – op een paar verstokte malloten na – allemaal wel min-of-meer eens zijn, en onze intellectuele energie richten op daar waar we er wellicht niet zo makkelijk uit komen. Oplossingen, zeg maar. Wat te doen, bijvoorbeeld, om ons vrije woord te beschermen zonder ons land te veranderen in een politiestaat waarin de helft van ons bruto nationaal product op gaat aan het monitoren van mogelijke bedreigingen?

Wat te doen in – ik noem maar wat – onze omgang met landen waar die vrijheid tot debat niet bestaat, zoals Saudi-Arabië? Onze overheid organiseerde twee jaar terug een handelsmissie voor de ICT-branche, gericht op de publieke sector (!) van een land waar je voor een onwelgevallig blogje voor zeven jaar de bak in draait, en dan zwijg ik nog over de zweepslagen. Really, Nederland?

Wat te doen met het reële draagvlak voor extremistische malloten onder bepaalde groepen moslims in Nederland? Is dat een probleem dat de samenleving als geheel aangaat (ja) of vinden we dat iets dat ‘de moslims’ ‘zelf maar’ moeten oplossen (nee)? Is extremisme intrinsiek de schuld van de Islam zelf, of hebben moslims ook nog een eigen individueel denkvermogen, betuttelracistisch-technisch gezien? En wat moeten we daarmee?

Rondzwalkend Islamdebat

In concreto dus lijkt het me wellicht, na een jaar of twaalf oververhit rondzwalkend Islamdebat, tijd het luidruchtig welbespraakt constateren eens in te ruilen voor het voorzichtigjes en subtiel zoeken naar een weg voorwaarts. Dat is vast lastig voor al die opiniemakers die de laatste jaren hun carrière hebben gebouwd op het zo hard en ongenuanceerd mogelijk rondroeptoeteren van platitudes en algemeenheden, maar dat wil niet zeggen dat het niet kan.

Of dient al uw kritiek écht slechts om u luidkeels te kunnen wentelen in andermans vermeende ongelijk?