Het gevaarlijke populisme van Aboutaleb

12-01-2015 14:00

Terwijl de jacht op de twee terroristen die in Parijs een bloedbad hebben aangericht is beëindigd dringt de vraag zich op: hoe moet je als liberale democratie een antwoord geven op het religieus terrorisme? Mijns inziens moet het in ieder geval niet op de manier waarop de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb nogal populistisch predikte. Een antiliberaal doctrine kan natuurlijk nooit het antwoord zijn ter verdediging van het liberalisme.

Aboutaleb

Woensdagavond, op de dag van de gruwelijke aanslag op de Parijse krant Charlie Hebdo, kwam de burgemeester van Rotterdam inNieuwsuur. Daar zei hij het volgende:

Verdwijn als je uiteindelijk in Nederland je plek niet kunt vinden, met de manier waarop wij een samenleving willen bouwen. Want wij willen hier alleen mensen hebben, ook al die moslims, al die goedwillende Moslims, die hier waarschijnlijk op aangekeken worden, …in wat ik noem de ‘wij-samenleving’. En als je het hier niet ziet zitten, omdat je humoristen niet ziet zitten die een krantje maken, ja..mag ik het zo zeggen: rot toch op!

De insteek van Aboutaleb is duidelijk: hij probeert te laten zien dat er ook seculiere moslims in Nederland wonen die de fundamenten van het politiek bestel omarmen. Echter, de populistische verwoording van zijn boodschap ondermijnt diezelfde fundamenten. Het is namelijk zo dat je in een liberale democratie mag denken wat je wil, en ook mag zeggen wat je wil. Wat je niet mag is doén wat je wil. Ons gedrag wordt in perken gehouden door middel van liberale wetgeving zodat we elkaars’ vrijheden en veiligheid niet verdringen. Maar er geldt géén verbod op onze meningsuiting.

Dat is nu juist dat ene principe waar afgelopen woensdag een aanslag op is gepleegd en datgene wat wij willen beschermen. In tegenstelling tot autoritaire en totalitaire regimes biedt de liberale democratie als het enige politieke bestel het recht aan burgers om een ander mening op zaken na te houden en die ook te ventileren, zelfs wanneer die mening haar eigen bestaansrecht ter discussie stelt. Kortom, het gaat om de feitelijke acceptatie van wetgeving en vrijheden wat betreft ons gedrag. Niet om de onderschrijving ervan in een ieders denken.

Verloochening van liberale principes

Het door Aboutaleb voorgesteld verbod om te sympathiseren met dat aanslag—hoe verwerpelijk zo een sympathie ook moge zijn—druist regelrecht in tegen de principe van vrijheid van meningsuiting. Sterker nog, Aboutaleb gaat een stap verder: hij legt een verbod op een gedachte, zelfs wanneer die niet wordt geuit. Dat is bij uitstek een kenmerk van totalitaire regimes, zoals die over Iran en Noord Korea heersen, en niet eens van autoritaire dictatorschappen. Terwijl totalitarianisme uiteraard niet het eindstation is waar Aboutaleb en andere politici naartoe willen werken, worden er wel weer stappen gezet naar een intolerant en onliberaal Nederland.

In de Nederlandse wetgeving bestaan al serieuze inperkingen op de vrijheid van meningsuiting. Zo wordt de koninklijke familie van bepaalde bejegeningen uitgezonderd, hetgeen wat indruist tegen de principe van politieke gelijkheid (artikel 1 van de grondwet). Daarnaast is de ontkenning van de Holocaust —hoe absurd zo een ontkenning ook zou zijn— verboden in Nederland. Ook dat is een inperking van de vrijheid van meningsuiting en een zware ook. In de ogen van veel ‘goedwillende moslims’ zou het maar zo kunnen zijn dat ze het oneerlijk ervaren dat de Holocaust niet ter discussie mag worden gesteld, of Mein Kamp geen publicatierecht heeft, maar hun profeet wel geridiculiseerd mag worden. Dit betekent niet dat antiliberalen hun mening wetteloos zouden mogen uitten en eventueel tot haat aan zouden mogen zetten. Maar het betekent wel dat binnen de kaders van een liberale wetgeving zij hun ideeën zouden mogen verwoorden en beargumenteren.

De ideologische discussie daargelaten, er ontrbreekt natuurlijk ook elke vorm van consistentie aan de woorden van Aboutaleb. Het is natuurlijk wel erg scheef om aan (steng-) gelovigen te vragen om datgene wat voor hen onacceptabel is te tolereren, maar zelf niet wil tolereren dat er mensen zijn met een heel ander mening dan jij.

Contraproductief voor integratie

Aboutaleb’s uitspraken bereiden niet alleen een politiek klimaat waarin de verdere inperking van de vrijheid van meningsuiting in ieder geval gediscussieerd zou kunnen worden, maar maken ook de weg vrij voor een sociale intolerantie tegen datgene wat afwijkt van de norm. Dat zal de sowieso al mislukte integratie geen goed doen. Het zal niet alleen de opstelling van niet-moslims verharden, zulke uitspraken dringen veel verder door in de moslimgemeenschap dan Aboutaleb zich misschien realiseert.

Of we het nu leuk vinden of niet, een gedeelte van de Nederlandse moslims zal enige mate van sympathie met de woede van die terroristen hebben. Dat zal zeker onder de oudere generatie zo zijn. Door een (sociaal) verbod op sympathie te plaatsen, vervreemdt de burgemeester die groep verder van de politieke waarden van een liberale democratie en zal het hen nog meer richting een radicale positie duwen. In andere woorden: niet alleen strookt Aboutaleb’s gedachte niet met de liberale grondrechten van Nederland, maar is het ook schadelijk voor de socio-politieke integratie van de moslimgemeenschap.

Liberalisme: universele waarden

De gedachtegang dat als het je ‘hier’ niet bevalt en je ‘onze’ waarden niet kunt accepteren, dat je maar lekker op moet rotten valt natuurlijk samen met de foutieve redenering dat liberalisme en democratie enkel Westerse waarden zijn. Deze relativistische benadering is onjuist en heel gevaarlijk, omdat ze de universalistische karakter van mensenrechten ondermijnen. Dat het liberalisme en het democratisch gedachtegoed in Europa zijn geboren, betekent op de eerste plaats niet dat ze alleen aan Westerlingen zijn voorbehouden en op de tweede plaats niet dat ze elders in de wereld niet gesticht kunnen worden.

Het eerste klopt niet, vanwege de universalistische theorie van de ‘natuurrechten’ waarop de Franse vrijheidsdenkers de ‘universele verklaring van de rechten van de mens’ schreven. Het tweede is onjuist omdat de liberale democratie ook in Zuid Korea en Japan voet aan de grond heeft gekregen. Dat zou het ook in mijn land, Iran, hebben gedaan ware het niet voor een Anglo-Amerikaanse staatsgreep tegen onze democratie in 1953.

Toch hoorde je ook Angela Merkel en andere Westerse leiders over ‘Europese’ of ‘Westerse’ waarden spreken. Dat zijn eigenschappen waar de gemiddelde moslim door zijn niet-Europese en niet-christelijke achtergrond niet mee kan identificeren. Kortom, ook met deze schijnbaar objectieve uitspraken zal je niets anders bereiken dan een verdere vervreemding van bevolkingsgroepen waarvan de integratie al zeer moeizaam loopt. Dan blijkt Aboutaleb’s ‘wij-samenleving’ toch niet zo ‘wij-gericht’ te zijn en zal zo een vervreemding, helaas, in sommige gevallen de weg mede-bereiden voor radicalisering met alle rampzalige gevolgen van dien.

Conclusie

In een tijdperk waarin het faillissement van het integratiebeleid lijkt te worden uitgesproken en waarin de principes van de liberale democratie door geradicaliseerde vervreemdelingen onder aanval staan, kan de verdediging van het liberaal gedachtegoed nooit en nimmer anti-liberaal zijn. Daarmee maak je de democratie niet weerbaar, maar kwetsbaar omdat jezelf de grondslagen ervan verzwakt en eenzijdig maakt. Het is juist cruciaal om het universalisme van die waarden te benadrukken, de pluriformiteit van ideeën te accommoderen, en de frustratie van degenen die zich aan die vrijheden storen zoveel mogelijk binnen de kaders van diezelfde vrijheden te laten manifesteren.

De ‘etnicisering’ van het liberaal gedachtegoed, een verbod op al dan niet misselijk makende gedachtes en sympathieën, een ongelijkwaardige inperking van de vrijheid van meningsuiting—dit oh-zo essentiële principe van het liberalisme—zullen juist contraproductief werken en soldaten winnen voor de vijanden van de liberale democratie.

De beste wapen in de strijd tegen het radicalisme, is een radicaal liberalisme.

Jamaseb Soltani promoveert aan de Universiteit Leiden op het onderwerp van de strijd om secularisme in Iran.