Column

De toekomst heeft baat bij een grote overheid

23-04-2013 14:03

Authentiek stukje slecht nieuws voor die paar ideologisch verblinden die nog immer geloven in de doctrine van de Neoliberale kerk: een kleine overheid is slecht voor de toekomst. Sterker nog, de toekomst is gebaat bij een overheid die  vrijelijk investeert in goede leefomstandigheden voor de goegemeente, armoede bestrijdt, en inzet op onderwijs. Van uw zuurverdiende belastingcenten, ja. Althans, laten we voor het gemak even aannemen dat kinderen ook anno 2013 nog immer de toekomst zijn – en niet alleen in morele zin, maar ook in praktische zin: de baanbrekende motoren van de economische groei die ons straks door de oude dag gaan helpen, liggen momenteel brabbelend en kraaiend hun luier te vullen.

Overheidsbeleid en kinderwelzijn

Een nieuw onderzoek van UNICEF  (PDF) naar het welzijn van kinderen in 29 ontwikkelde landen schetst namelijk een vrij eenduidig beeld van de relatie tussen overheidsbeleid en kinderwelzijn. Als je een ranglijstje gaat maken van de landen waar kinderen het het best hebben, en de meeste kans krijgen zich te ontwikkelen, dan worden de eerste zes plaatsen ingenomen door de sociaaldemocratieën van noordwest Europa: Duitsland, Zweden, IJsland, Finland, Noorwegen, en… Nederland. Sterker nog: Nederland staat stijf aan kop, en scoort op drie van de vijf terreinen het beste van alle (!) landen. Ook als het gaat om kindtevredenheid steekt Nederland er met kop en schouders bovenuit – en ook hier scoren de Scandinavische landen relatief hoog. Dat is heel fijn, want dat betekent dat we in Nederland, met onze relatief grote overheid, meer dan elders in staat zijn om munt te slaan uit ons menselijke kapitaal.

Schrijnende tegenpool zijn natuurlijk de Verenigde Staten, met structureel een hoger inkomen per hoofd van de bevolking dan de meeste van de noordwesteuropese landen die het zo goed doen. De Verenigde Staten van Amerika, land of the free, home of the brave, vinden we terug op een trotse (kuch) zesentwintigste plaats. Ruim achter Polen, Hongarije en Italië. Alleen Letland, Litouwen en Roemenië doen het nog beroerder dan de Verenigde Staten. Vooral op onderwijs (27e) doen de Verenigde Staten het slecht – net als overigens het Verenigd Koninkrijk (24e). Het is dus niet alleen rijkdom die het verschil bepaalt. Het is ook de rol van de overheid in de samenleving: kleine overheden leiden tot grote inkomensongelijkheid en tot slechtere publieke voorzieningen, en die fnuiken de toekomst, tenzij je het machtigste land ter wereld bent en/of zelf de beschikking hebt over allerlei grondstoffen. Quod non in 0031.

De toekomst kan geen VVD gebruiken

Puntje van zorg is nog wel dat we er even op moeten toezien dat we die kindvriendelijkheid op peil houden. En daarmee zijn we terug bij onze neoliberale kerkgangers, met hun eeuwige riedel over zuurverdiende centen en inefficiënte overheden die alleen maar geld kunnen verspillen en baantjes verdelen. Natuurlijk zijn we uiteindelijk afhankelijk van de markt voor ons bruto nationale inkomen, en moeten we als land zorgen dat we economisch competitief zijn, maar juist daarvoor hebben we een (redelijk) grote overheid nodig: om ervoor te zorgen dat volgende generaties net zo competitief zijn als we dat nu zijn. Of, gekke suggestie wellicht: nog net wat competitiever. Dat betekent dat een beetje betuttelen best mag, zeker als het gaat om leefstijlen. Dat betekent investeren in woonomgeving en investeren in onderwijs. Dat betekent nivelleren, en niet omdat het een feest is, want dat is het niet – het is bittere noodzaak: een beetje nivelleren houdt de samenleving veerkrachtig.

De toekomst heeft dus veel nodig, maar in ieder geval geen VVD-beleid. Deregulering, bezuinigen, overheid verkleinen: het dient allemaal vooral de gevestigde belangen van het heden – na ons de zondvloed, en het zal onze tijd wel duren. De neoliberale wereldvisie kent daarmee vooral afkomst, en vrijwel geen toekomst. We mogen ons dan ook gelukkig prijzen dat ook de PvdA in de huidige regering vertegenwoordigd is, en een sterk sociaal stempel op het kabinetsbeleid drukt. Oh, wacht…