De sharia-wetgeving van de VVD

01-03-2015 19:29

De VVD kan zich goed voelen over de werking van de integriteitsprocedures achteraf. Maar al te strenge handhaving en het loslaten van de menselijke maat kan leiden tot een politieke kaste van pyschopaten en mensen die nog nooit risico’s genomen hebben: zij zijn immers de enigen die overtuigend kunnen zeggen dat ze nooit iets verkeerd hebben gedaan. Verheijen is geslachtofferd aan de publieke opinie en de verkiezingen. 
Wie het rapport van de Commissie Integriteit van de VVD leest, zal zich een aantal zaken afvragen. De timing van het rapport is opmerkelijk. Het lijkt me dat er geen andere reden om ermee te haasten dan de komende verkiezingen. Immers: naast deze declaratiekwesties is er aangifte gedaan tegen Verheijen en als daar schuld uit zou blijken zou hij toch wel opstappen. Maar iedereen ziet dat dit vlekje op het doublebreasted jasje met goudkleurige knopen van de VVD snel weggepoetst moet worden.

Nu is het probleem dat niemand anders over het vertrek van een Kamerlid kan gaan, dan dat Kamerlid zelf. Kamerleden worden gekozen op voordracht van een politieke partij en onderwerpen zich vrijwillig en terecht aan een bijzonder soort, niet door de overheid gecontroleerde wetgeving: het partijrecht. Ze horen bij een groter geheel en aanvaarden dat. Maar of zij hun Kamerlidmaatschap opzeggen, beslissen ze zelf. De Permanente Commissie Integriteit kan daar geen uitspraken over doen, en het Partijbestuur ook niet.

In het geval Verheijen ben ik van mening dat de VVD wel heel ver gaat; je kan er donder op zeggen dat een aantal figuren met meer dan een beetje persistentie het idee van het opzeggen van Kamerlidmaatschap aan Verheijen aan de hand heeft gedaan.

Shariawetgeving

Wat voor sharia-rechtbanken geldt, geldt voor andere regels die voor verenigingen bestaan: als je je er op vrijwillige basis aan onderwerpt en zolang de uitspraken niet in strijd zijn met hoger recht is er op zich niets mis mee. Maar als je je er niet aan kan onttrekken, als je niet in beroep kan gaan of als de uitspraken in strijd zijn met het Nederlands recht, wordt het problematisch.

Het verenigingsrecht of partijrecht, zoals de Commissie het noemt, heeft twee soorten werking: aan de ene kant kan het uitspraken doen over de gedragingen van leden die onder de werking van dat recht vallen; aan de andere kant bevestigt het voor de buitenwacht de normen die aan de groep opgelegd worden. Dat is een sterk wapen, wat voorzichtig gehanteerd moet worden. Het is immers niet met de waarborgen omkleed waar andere rechtshandelingen mee gereguleerd worden.

Besturen

Het besturen van een land, provincie, gemeente of deelgemeente is, ten eerste, geen gemakkelijke opgave. Om te beginnen: er moet iets gebeuren. Bestuurders zijn uitgevonden om daadwerkelijk dingen in gang te zetten en ideeën, mensen, geld en organisaties op zo’n manier met elkaar te verbinden dat er daadwerkelijk iets gebeurt, op zo’n manier dat de wereld een stukje beter wordt.

Ten tweede: dat moet op een politieke manier gebeuren: er moet richting aan gegeven worden: de politieke activiteiten moeten een doel, waarden en een richting hebben.

Ten derde: het is een managerial rol: er moeten mensen aangestuurd worden, en aangezien de hiërarchische aansturing in handen is van een Secretaris, kan dat alleen met zachte overtuiging gebeuren. Maar ten slotte, en dat is niet onbelangrijk, is een Bestuurder ook nog een mens.

Menselijke maat

Dat laatste leidt, aan de ene kant, soms tot problemen. Persoonlijke ambities, de thuishaven die op afstand raakt van het intensieve werk, en de bekoringen die bij machtige posities horen liggen op de loer. Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut. Goede bestuurders laten hun werkzaamheden dan ook kritisch volgen en zich inspireren door ambtenaren, het thuisfront en vertrouwenspersonen. Toegang tot geld en macht leidt tot morele afwegingen. En zeker daar hoort voorzichtigheid en ingetogenheid bij.

Aan de andere kant mogen we niet van Bestuurders verlangen dat het supermensen zijn. Immers: alleen psychopaten en mensen die nooit wat doen kunnen overtuigend stellen dat ze nooit fouten maken. Dit aspect van leiderschap behelst niet alleen een opdracht voor leiders, maar ook aan de omgeving: die dient politieke leiders aan menselijke maat te meten.

Mensen zijn feilbaar, dus onze bestuurders dienen dat ook te zijn. Als ze fouten maken, moeten ze daar op aangesproken worden, maar de menselijke maat moet daarbij gehanteerd worden. Dit lijkt me ook de verantwoordelijkheid van de pers, maar ik weet dat er journalisten zijn die daar anders over denken.

In het geval van Verheijen bleek uit een aantal artikelen op zijn minst vooringenomenheid; en werden partij- en strafrechtelijke verdenkingen door elkaar gehaald en conclusies getrokken terwijl de onderzoeken nog moesten plaatsvinden.

Integriteit

Het is goed dat er aandacht besteed wordt aan de integriteit van Kamerleden en Bestuurders. Immers: zij zijn gekozen om op basis van politieke overwegingen standpunten in te nemen, en niet op basis van financieel of anderszins persoonlijk voordeel. Politiek onbetrouwbaar is als je jezelf moet controleren of als je persoonlijk andere zaken doet dan je politiek nastreeft. Ik ben er niet van overtuigd dat dat in alle gevallen moet leiden tot aftreden.

Bovendien: politiek gaat ook om het veranderen van wat slecht is, en het behouden van wat goed is. Aangezien er ook altijd mensen zijn die er belang bij hebben dat dat wat slecht is blijft, en dat wat goed is, niet tot stand komt, zal een behoorlijke politicus of bestuurder ook altijd wat mensen op zijn pad vinden die graag onaardige dingen over hem zeggen. Dat is het vak dat we gekozen hebben.

Graaier

Uit het rapport van de Commissie Integriteit blijkt dat het aantal foutieve declaraties overzichtelijk is: 5 keer reiskosten naar Prodemos, een te duur diner van Provada en ten onrechte gedeclareerde reiskosten voor een debat bij Wakker Nederland. Slordig, inderdaad, en in het slechtste geval een slecht gelukte poging om bij elkaar een paar honderd euro te besparen en eens lekker te slempen, maar de kwalificatie ‘graaier’ gaat me te ver. Als je bewust wil graaien zijn daar betere mogelijkheden voor. Bovendien zijn er andere, en betere mogelijkheden om niet integer te handelen.

Verheijen

Zou Verheijen dan helemaal vrijuit moeten gaan? Natuurlijk niet. Publieke middelen moeten publiek verantwoord worden, en als daar fouten bij gemaakt worden, moet men dat rechtzetten. Dat geldt niet alleen voor het financiële aspect daarvan, maar ook voor het publieke. Onterecht ontvangen vergoedingen moeten terugbetaald worden, en het zou netjes zijn als hij ook een gedeelte van het Provada-diner zou betalen.

Verder hoort een openbare boetedoening erbij en is het symbolisch gepast dat Verheijen een paar stapjes terug zou doen in de fractie-hiërarchie, bijvoorbeeld door het woordvoerderschap Europese zaken in te wisselen voor een woordvoerderschap huisdieren. Zo kan hij laten zien dat hij geleerd heeft, de fouten rechtgezet worden, en de VVD laten zien dat dit soort gedrag afgewezen wordt.

Democratie

Het belangrijkste wat bestuurders en politici doen is het in stand houden van de democratie. De VVD heeft Verheijen op een verkiesbare plek gezet en poogt nu, in het zicht van de verkiezingen, de indruk van de hand te doen dat integriteitsschendingen met harde hand worden bestreden. In het geval van Verheijen is de verhouding daarbij zoek. De enigen die met overtuigende zekerheid kunnen stellen dat ze nooit wat fout gedaan hebben, zijn pathologische leugenaars en mensen de nooit wat gedaan hebben.

Strenge interne partijwetgeving leidt tot interne vijandigheid en wantrouwen; de angst voor slechte pers leidt tot risicomijdend gedrag bij het samenstellen van lijsten. Beiden zijn uiteindelijk funest voor de democratie. Dit -grotere- belang moet door de partijleiding én door journalisten beter in het oog worden gehouden.

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van de auteur.