Armoede is relatief, kijk maar naar de Pygmeeën

11-09-2014 16:54

Armoede is relatief. Wie als Pygmee in de binnenlanden van donker Afrika aan de kost moet zien te komen, en geen weet heeft van de kunstjes van de geciviliseerde westerling, beklaagt zich niet. Onderzoekers stelden vast dat de Pygmee maar één doel heeft: zich zo snel en vaak mogelijk voortplanten. Géén onaangename tijdspassering. Daar steekt hij zoveel energie in, dat onderzoeker Bart Ferwerda van Pennsylvania University daar hun maximale lengte van 1.50 meter door evolutionaire aanpassingen (onvoldoende rest-energie voor groei) aan toeschreef

Pygmeeën werden vanwege hun postuur door hen omringende Bantoestammen als minderwaardig gezien. Ze leefden vaak onder feodale omstandigheden in slavernij. In een zwarte samenleving. Vlees en de ingewanden van gedode olifanten gingen naar de inwoners van Bantudorpen. Het Ivoor was voor het stamhoofd. In 1992 werden Pygmeeën in Uganda verdreven ter bescherming van de berggorilla. Weggetrokken Pygmeeën kwamen in aanraking met drank en drugs. Dan doet voor het éérst de armoede zich voelen. Herkenbaar?

Stammenoorlogen

In de Afrikaanse wildernis was het leven ooit ongecompliceerd. Zélfs onderlinge stammenoorlogen werden op rituele wijze uitgevochten. De krijgers dosten zich uit en beschilderden hun lichaam in de wildste kleuren- schakeringen. Als de zon op zijn hoogste stand stond, stelden de legers van de stammen zich tegenover elkaar op. Op een teken van de ombudsman (dáár uitgevonden) begonnen de strijders als wilden te dansen, te springen, te schreeuwen en met schilden en speren te zwaaien. Dat duurde tot een zonnestand die nu bij 18.00 uur hoort. De ombudsman bepaalde wie zich het best had uitgesloofd. Dát leger werd tot winnaar verklaard en mocht als beloning een stuk of 10 vrouwen naar keuze en 50 stuks vee afvoeren naar hun dorpen. De verliezer ging flink oefenen en trainen om wraak te kunnen nemen. Er vloeide geen druppel bloed

Wie onvrijwillig buiten zijn natuurlijke habitat in een vijandige omgeving treedt, raakt licht uit zijn evenwicht. Waar voor de Pygmeeënman voorheen succes in de jacht, stammenstrijd het aantal bruiden, de lengte van het lid en de hoeveelheid vee de maatstaf waren voor mannelijkheid, zijn die vervangen door het aantal nullen op je bankrekening, de kubieke meters inhoud van je woonstee en je plaats op de ranglijst van een Snob-500. Het aantal bruiden (partners) is een automatisch afgeleide van die plek. Drank, drugs en criminaliteit liggen dan voor de minderbedeelden op de loer. Amsterdams bargoens heeft daar een keiharde oneliner voor: soort zoekt soort. Als geld verdienen de hoofdfocus voor mannelijkheid wordt, en een groot gezin aan betekenis inboet, zal door evolutionaire aanpassingen het mannelijk lid slinken en de buikomvang toenemen. Als vluchtelingen dát wisten, bleven ze misschien wel thuis.

Geest uit de fles

Het gemor van kansarmen en de uitstroom van economische vluchtelingen naar het welvarende Europa en de VS van o.a. Afrikaanse volkeren zijn een voorbode van de nieuwe orde. Vervolgd of verguisd in eigen land zijn, en dan met de neusjes tegen de ramen gedrukt staan kijken naar die overvloed, houd je niet lang vol. Iedereen wil een stuk van die koek. Wie het niet krijgt, komt het halen.

De moderne communicatiemiddelen, met Hollywood als vergrootglas van onze samenleving voorop, hebben de geest uit de fles gelaten. Je staat dan voor de keus om te proberen drie eeuwen welvaarts-achterstand in één mensleven weg te werken in een vijandig geworden omgeving waar je door neo-koloniserende over- heersers bent ingeduwd, of liever in drijvende doodskisten, wastobben, vlotten, opblaasboten of desnoods zwemmend de haaien te trotseren, voor een kans op een menswaardiger toekomst. De snelheid van de overheveling van westerse overvloed kun je, net als in communicerende vaten, beïnvloeden met de doorsnee van de leiding en met de stand van de kraan. Als je een dikke leiding gebruikt en de kraan wijd open zet, zijn de verschillen in no-time opgeheven. Maar daar is niet iedereen een voorstander van.

De aanzwellende Zuid-Noord stroom van uitzichtslozen

Vooral het grootkapitaal voert bezwaren aan. “Het is de kunst de kraan zodanig te bedienen, dat de minder bedeelden geleidelijk kunnen wennen aan hun nieuwe welstand” is een hypocriet en veelgebruikt argument. En omdat macht de kranen bedient, trekt die voorlopig aan het langste eind. Maar de druk wordt opgevoerd. Enclaves als Lampedusa en Calais zijn topjes van de cacaoberg. De aanzwellende Zuid-Noord stroom van uitzichtslozen die het geduld verloren met de bedieners van de welvaartskraan en die nu aan onze poorten rammelen, is niet meer in te dammen.

Revolutie dus. De kranen en alle buitengrenzen grenzen van de EU opengezet en de koek maar zo snel mogelijk verdeeld. Dat gaat een stuk soepeler bij een vrije toegang en spreiding over het Amerikaans-Europees-Russische continent van Noordzee tot Oeral. Het zal de eerste decennia wel een geweldige en onvoorstelbare rotzooi worden, maar met een variant op de bevindingen van Blaise Pascal (1623-1662), de eerste praktische communist zonder dat hij dat besefte, gooi ik deze maar eens in de groep: “Als het niveauverschil in communicerende vaten door de uitoefening van een zekere zware druk snel wordt opgeheven, dan komt de inhoud na een tijd van extreme turbulentie vanzelf weer tot rust.”

Als je de kraan daarna open laat staan, ontstaan er nooit meer niveau verschillen. Delen is een kunst.