Het leed dat pgb aanvragen heet

15-05-2015 11:29

Voor mensen met een persoonsgebonden budget, oftewel pgb, zijn er behoorlijk wat dingen aan het veranderen. Op dit moment wordt de verantwoordelijkheid omtrent deze zorgvoorziening overgedragen aan de gemeentes in ruil voor decentralisering en dat verloopt op z’n zacht gezegd niet heel soepel. Om aan te tonen dat hier sprake is van een klassiek geval van bureaucratische chaos, het verhaal van een moeder en haar 17-jarige zoon die is gediagnostiseerd met ADHD, DCD, autisme en neurofibromatose. 

Om in aanmerking te kunnen komen voor het pgb, is het nodig om een indicatie aan te vragen. Dit houdt in dat er moet worden vastgesteld dat iemand inderdaad zorg of ondersteuning nodig heeft in het dagelijks leven.

Herindicatie

In maart zou de indicatie van de gehandicapte zoon in kwestie verlopen dus moest er een herindicatie worden aangevraagd bij de gemeente. Aangezien de gemeente zelf geen verstand heeft van aandoeningen, heeft zij een instantie aangesteld als indicatiesteller. Toen de moeder echter naar de desbetreffende instantie belde lieten zij haar weten dat ze zelf de boel nog niet op orde hadden ‘omdat de overdracht nog in volle gang was’.

Gevolg: ze was te laat om de herindicatie op tijd rond te krijgen. En dan? Wat zeg je tegen de zorgverleners, wat zeg je tegen je zoon? Moet hij alvast afscheid nemen? Was hij afgelopen keer zonder dat hij het wist voor het laatst bij zjn ouders? Voor deze vragen is uiteraard totaal geen begrip, voor de gemeente is het ook allemaal nieuw.

Keukentafelgesprek

Onderdeel van de aanvraag voor een pgb is een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’. Dit wordt zo genoemd omdat degenen die langskomen lekker casual bij je aan de keukentafel komen zitten om een levensveranderend gesprek te kunnen voeren. Het mooie van het eerste gesprek was dat degene die langskwam zelf al aangaf ‘geen verstand van een pgb te hebben’.

Het tweede gesprek werd er niet veel beter op en dat kwam waarschijnlijk door het volgende: de gemeente heeft geen geld voor pgb’s omdat ze aanbestedingen hebben gedaan bij instanties. De gemeente heeft dus zelf zorg ingekocht waar de cliënt uit moet kiezen. De moeder wilde echter wel een pgb omdat haar zoon al jaren cliënt is bij een logeerhuis voor kinderen met aandoeningen als ADHD en autisme, maar deze zorg was niet door de gemeente ingekocht.

Overbelast

Tijdens de gesprekken bleek dat de moeder meer wist dan de indicatiestellers: ze moest hen uitleggen hoe het nou eigenlijk allemaal in z’n werk gaat. Zo hadden de indicatiestellers geen idee wat een maatwerkvoorziening was, terwijl dat binnen de zorg een heel wezenlijk iets is. Daarnaast moest ze hen zélf wijzen op verschillende beleidsstukken van de gemeente.

Naar aanleiding van deze gesprekken is een verslag opgesteld waarin de gemeente vertelt welke zorg zij kunnen bieden. Uit dit verslag bleek dat de hulpvraag totaal niet gehoord werd. Er was geconcludeerd dat de moeder ‘overbelast zou zijn’ en dat daar hulp voor nodig was ‘vanuit de gemeente’. Daarom werd ook maar gelijk het pgb gestopt. In werkelijkheid heeft de moeder echter nooit aangegeven dat zij overbelast zou zijn.

Nadat ze had aangegeven dat de hulp niet wenselijk was, werd er toch op aangedrongen en bleek de gemeente beslist niet van plan om het voorgenomen besluit te schrappen. De moeder heeft er dan ook veel moeite voor moeten doen om een en ander alsnog aangepast te krijgen. En dat terwijl er wettelijk is geregeld dat je het verslag samen opstelt.

Participatiemaatschappij

Kort samengevat: de indicatie werd herzien tot ‘een opvoedprobleem’ en de indicatiesteller wil daar zelf hulp voor leveren, terwijl het hier toch echt over ernstige stoornissen als autisme en ADHD.

Het moge duidelijk zijn dat dit een belachelijke gang van zaken is. De gemeente zou degene moeten zijn die cliënten voldoende inlicht, niet andersom. Daar komt nog eens bij dat van te voren niets over het gehele proces wordt verteld. Lekker handig: mensen die autisme hebben achterlaten in onzekerheid.

Ernstiger is dat de moeder in kwestie gewoon recht had op de aanwezigheid van een vertouwenspersoon bij het indicatiegesprek. Maar dit hoorde zij pas achteraf en werd door de gemeente verzwegen.

Het is al met al een volstrekt belachelijke gang van zaken die, hopelijk, niet illustratief is voor wat een ‘participatiemaatschappij’ hoort te zijn.