Er is geen islamofobie in Nederland, maar wel angst

17-03-2015 16:46

Een dubbel gevoel. Maar wel een héél dubbel gevoel, over de lezing van antropoloog Martijn de Koning: ‘Islamhaat oorzaak van radicalisering?’ Want de wetenschapper zegt best verstandige dingen – altijd welkom in een oververhit debat rond islam in Nederland. Maar tegelijkertijd stoelt zijn betoog op de verkeerde uitgangspunten. Waardoor het bouwwerk als geheel ronduit gammel is. De Koning filosofeert dus over de vraag of islamofobie radicalisering veroorzaakt. En daar gaan we al.

Islamofobie in Nederland?

Volgens De Koning bestaat er islamofobie in Nederland. Ik denk van niet. Er is angst voor islam, dat wel. Maar fobie, het is al vaak aangehaald, duidt op irrationele, ongefundeerde, onterechte angst. Zoiets als agorafobie: pleinvrees. De Koning hanteert deze definitie: “Islamofobie is het construeren van een negatieve, generaliserende en essentialistische definitie van islam die leidt tot het maken van een hiërarchisch onderscheid tussen niet-moslims en moslims. Dit gebeurt om de moslims als groep te problematiseren op basis van hun religie”.

Oh ja? Hiërarchisch onderscheid? Wie maakt dat dan?

En komt het uit het niets?

Maar de volgende (mis)stap in De Konings betoog is veel ernstiger. Hij gaat er eenzijdig van uit dat islamofobie (laten we die term nu maar even aanhouden èn ervan uitgaan dat het bestaat) spontaan is gegroeid. Zomaar, uit het niets, als intolerant inheems-Nederlands antwoord op de religie van de vrede.

Zou het niet eens precies andersom kunnen zijn? Zou het kunnen dat angst voor de islam is gegroeid –als gevolg van- het intolerante gedrag van moslims in de publieke ruimte? Waarom wijd De Koning als wetenschapper geen enkel woord aan de tegenovergestelde hypothese?

Hij stipt het nota bene zelf aan:

 

“De Rushdie-affaire waarbij in Nederland enkele demonstraties plaatsvonden waar ‘Dood aan Rushdie’ werd geroepen, zorgde ervoor dat moslims en islam als probleem op de kaart werden gezet en dat moslims en islam als probleem werden gezien.”

 

Als probleem op de kaart werden gezet? Als probleem gezien? Moet daar niet gewoon staan ‘als probleem werd herkend’? En dan ontstaat er toch ineens een heel ander verhaal, nietwaar?

Maar nee. De Koning volgt de eenmaal ingezette lijn:

 

“Samenvattend kunnen we stellen dat er sprake is van structurele islamofobie in de samenleving en dat is dan ook een deel van de context waarin radicalisering plaatsvindt”.

 

Kort gezegd: doordat moslims voortdurend in de hoek worden gedrukt, ontstaan radicale groepen.

Maar werkt het zo?

Laten we die eens even omdraaien:

De PVV ontstaat omdat Nederlanders die kritisch zijn op de multiculturele samenleving doorlopend als verdachten worden weggezet.

Maar zo is het dus niet. De PVV is de meest uitgesproken uitlaatklep voor gevoelens die leven in de samenleving. Sommigen ventileren die bij de VVD, of de SP, anderen willen een sterker geluid. Waarbij de PVV – wellicht – steeds verder radicaliseert omdat ze worden gemarginaliseerd.

Zo is het ook met moslims. Er zijn gematigde moslims en er zijn fanatiekere varianten. Die laatsten zouden er óók zijn als de gematigde geestverwanten alle ruimte hadden – die ze, overigens, ook hebben.

Strijd tegen de islam

Nog eentje dan: “Het idee dat er een continue strijd tegen islam aan de gang is”, schrijft De Koning. Of is het andersom: leeft in Nederland het idee dat de islam alles waar Nederland voor staat belaagt?

Waarom schrijft De Koning niet een stuk vanuit die hypothese? Ik zal het met belangstelling lezen. En laat hem dan wederom gebruik maken van de verstandige, originele observaties die hij in zijn huidige stuk ook hanteert. Zoals deze:

 

“[het onderscheid tussen] gewenste islam en een ongewenste islam: de radicale islam en gematigde/liberale islam. Het is een onderscheid dat al dateert uit de koloniale tijd toen de Nederlandse staat de volksislam in Nederlands-Indië steunde tegenover de islam uit het Midden-Oosten die veel agressiever (lees ook anti-koloniaal) zou zijn.”

 

Of deze:

 

“Langzaam maar zeker is de aandacht (..) steeds meer uitgegaan naar de islam en naar islam als bedreiging voor de veiligheid. Deze zogenaamde securitisering van de islam zorgde ervoor dat islam steeds meer een positie kreeg als uitzondering in vergelijking met andere religies en dat moslims als uitzondering werden gezien in vergelijking met andere burgers in Nederland.”

 

En de opmerkingen over veranderende perceptie rond radicalisering zijn ook de moeite waard:

 

“Dit betekent overigens dat bepaalde handelingen en woorden van individuen constant kunnen blijven en op een gegeven moment toch als radicaal kunnen worden aangemerkt als de maatschappelijke opvattingen erover verschuiven. Denk bijvoorbeeld aan opvattingen over homoseksualiteit: als mensen nu vinden dat dit een afwijking of ziekte is zal dit (althans in het geval van moslims) snel als radicaal worden aangemerkt, maar 40 jaar terug of nog recenter zou dit minder het geval zijn.

Omgekeerd kan het ook: waar de uitspraken van Janmaat, bijvoorbeeld ‘we schaffen de multiculturele samenleving af’ nog strafbaar waren in de jaren negentig, is het tegenwoordig bon ton om het failliet van de multiculturele samenleving te bezingen.”

 

Dát zijn nuttige bespiegelingen.

Rabiate onzin

En als in zo’n nieuw artikel, op betere fundamenten, dan rabiate onzin achterwege kan blijven, wordt het echt interessant. Met rabiate onzin bedoel ik dit:

 

“Men ziet, zo blijkt uit hun verhalen, geen meerwaarde om te blijven in een land dat hen toch eeuwig ziet als ‘allochtonen’, dat moslims voortdurend aanspreekt op daden van anderen en dat, zo vreest men steeds openlijker, moslims niet zal beschermen wanneer er echt grootschalig geweld zal plaatsvinden. Dit terwijl ze elders meer dan voldoende kansen zien om wel geaccepteerd te worden, wel een volwaardig burger te zijn en een goed leven op te bouwen.”

 

Het kalifaat als land waar islamitische Nederlandse jongeren een ‘goed leven kunnen opbouwen’? Beter dan wat ze in Nederland hebben? Heus?