Achtergrond

In Europa (22): Het dubieuze TTIP-opinieonderzoek van Marietje Schaake (D66)

02-02-2015 15:10

Marietje Schaake, Europarlementariër van D66, twitterde vrijdag een landkaartje van de Europese Unie. Op het kaartje lezen we hoeveel procent van de bevolking in de verschillende lidstaten TTIP steunt: ‘French support for #TTIP (50%) higher than Germany (39%); but overall Europeans support it.’ Uit het kaartje blijkt dat 74% van de Nederlanders voor TTIP is. Daar zit een addertje onder het gras: de meesten van u weten namelijk helemaal niet wat TTIP is, laat staan dat u er een gefundeerd oordeel over kunt vellen.

TTIP is de afkorting voor ‘Transatlantic Trade and Investment Partnership’: een nieuw handelsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Over dit verdrag wordt momenteel nog onderhandeld dus in feite weten we nog niet wat erin staat. Volgens Schaake is het gewoon dat er weinig details naar buiten komen als de onderhandelingen nog gaande zijn. Hoe de publieke opinie over TTIP dan toch gemeten kan worden is een raadsel. Het publiek kan het verdrag immers niet kennen.

Totale desinteresse

Misschien gaan burgers op de hoofdlijnen af. De discussie over TTIP laat zich gemakkelijk samenvatten, ongeacht de exacte inhoud. De voorstanders vinden vrijhandel goed omdat het tot meer welvaart leidt, terwijl de tegenstanders met allerlei nadelen komen: het bedrijfsleven zou veel meer macht krijgen en het milieu zou eronder leiden. De kans dat burgers deze hoofdlijnen kennen is echter klein: de desinteresse in het onderwerp is groot onder burgers en journalisten.

Het betreffende onderzoek is een Eurobarometer-studie: opinieonderzoek wat twee keer per jaar voor de Europese Commissie wordt uitgevoerd. Dit onderzoek gaat over uiteenlopende politieke thema’s, met name op Europees niveau. Het wordt in alle lidstaten uitgevoerd door gerenommeerde bureaus. Er is op voorhand daarom weinig reden aan te nemen dat het onderzoek qua steekproef slechter is dan al het andere opinieonderzoek wat de media haalt.

Vraagstellingen

Maar hoe goed is de vraagstelling? Burgers mogen zeggen of ze voor of tegen een vrijhandels- en investeringsverdrag tussen Europa en de VS zijn (pagina 32 van dit rapport). Burgers krijgen hier iets voorgeschoteld waar ze niets van weten en waarbij de vraagstelling dus sterk bepalend is voor de antwoorden. Zowel ‘vrijhandel’ als ‘investeringen’ zijn positieve termen waar weinig mensen op voorhand tegen zijn. En dus zijn ze voor. Alleen mensen met een sterke linkse voorkeur slaan bij de term ‘vrijhandel’ op tilt.

Burgers geven positieve antwoorden, maar zijn ze dan voor zo’n verdrag? Een betere meting is te vragen wat men vindt van alle mogelijke positieve en negatieve gevolgen van TTIP om respondenten vervolgens een totaaloordeel te laten geven waarbij ze alle mogelijke consequenties kunnen afwegen. Een dergelijke procedure zou burgers ongetwijfeld aan het twijfelen brengen. Omdat ze niets weten, zal extra informatie hun oordeel sterk beïnvloeden. De hoge instemming met TTIP daalt dan vrijwel zeker.

Waarom eigenlijk?

Een betere vraag is dan ook waarom dit onderzoek überhaupt wordt gedaan. Politici en diplomaten onderhandelen momenteel achter gesloten deuren over TTIP. De meeste onderhandelaars zijn niet direct door burgers gekozen en hoeven geen verantwoording aan hen af te leggen. De Europarlementariërs die meepraten moeten dat in theorie wel. Maar zij praten in de praktijk in een vacuüm over een thema waarvan onduidelijk is of er überhaupt enige steun voor is. Want burgers hebben zich er nooit over uitgesproken en bij de Europese verkiezingen was het geen thema. En dus is opinieonderzoek nuttig.

Zulk onderzoek levert de Europese Commissie graag aan. Al hun opinieonderzoek heeft namelijk hetzelfde kenmerk: de mogelijke nadelen van Europese integratie worden grotendeels genegeerd. Tegelijk gaat het om thema’s waar burgers niets van weten. Zij reageren daarom systematisch positiever dan ze zouden reageren als de nadelen wel genoemd zouden worden. De uitkomst: Europarlementariërs kunnen met droge ogen beweren dat burgers TTIP steunen en dus dat zij burgers goed vertegenwoordigen door mee te werken aan zo’n verdrag.

Of Europarlementariërs dat op deze manier echt doen, staat natuurlijk nog te bezien.

In Europa (voorheen: Onbekend Parlement) is de wekelijkse rubriek van Chris Aalberts over Europese politiek.