Achtergrond

Waterschapsverkiezingen: politiek dwingt burgers blind te kiezen

27-01-2015 10:39

De waterschapsverkiezingen vormen in een tijd van kritische burgers een groot probleem. Er is doorlopend discussie over hoe deze verkiezingen op de beste manier georganiseerd kunnen worden en dus vindt de ene na de andere verandering plaats. Het laat zien dat de politiek niet meer weet wat ze met deze verkiezingen aanmoet. Slechts een ding is duidelijk: een hoge opkomst heeft prioriteit, of burgers geïnformeerd kunnen stemmen niet. In november 2008 vonden de laatste landelijke waterschapsverkiezingen plaats. Dat was ook de primeur. Eerder werden verschillende waterschappen op verschillende momenten gekozen en waren er dus geen landelijke verkiezingen. Verhoging van de opkomst was een belangrijke reden voor deze wijziging.

Moderne uitstraling

Het gedoe rond de waterschapsverkiezingen in 2008 wordt mooi geïllustreerd in de evaluatie die destijds werd gehouden. De waterschappen wilden een moderne uitstraling en dus wilden ze dat burgers via internet konden stemmen. Ook hierbij was het idee dat dit tot een hogere opkomst zou leiden. Maar het systeem werkte technisch te slecht om te worden ingezet. Er kwam alsnog een ouderwetse poststemming.

De opkomst bij een poststemming laat zich raden: burgers kregen een brief thuis van een bestuurslaag waar ze nog nooit van hadden gehoord met de vraag per post een stem uit te brengen op een algemeen bestuur waarvan ze niets wisten. De kandidaten waren voor de meeste burgers totaal onbekend en hun standpunten waren dat al helemaal. Wat een verrassing: slechts 22,68 procent van de burgers bracht een stem uit. Vooral 55-plussers deden dat.

Nieuw idee

Na deze mislukte vernieuwing ontstond een nieuw plan om de opkomst te verhogen: samenvoeging met de Provinciale Statenverkiezingen. Succes lijkt vrijwel gegarandeerd: de Provinciale Staten wekken veel meer interesse dan de waterschappen, vooral omdat de Eerste Kamer gekozen wordt door de Provinciale Staten. De opkomst gaat ook voor de waterschappen fors omhoog.

Het idee is vaak dat als meer mensen opkomen bij verkiezingen, de volksvertegenwoordiging representatiever is voor de bevolking en dus beter in staat is beslissingen te nemen waar ook echt draagvlak voor bestaat. Als men deze visie kritiekloos omarmt, heeft men niet nagedacht over hoe de waterschapsverkiezingen in de nieuwe situatie gaan verlopen. Daarom een voorspelling.

De komende weken krijgen we discussies over de Eerste Kamer. RTL heeft zelfs een verkiezingsdebat aangekondigd. De vraag of het kabinet een meerderheid moet behouden in de Eerste Kamer zal bepalen wat men stemt. Hier is een hoge opkomst van grote waarde. Over de waterschapsverkiezingen horen burgers niks, behalve wellicht wat algemene voorlichting.

Tweede stembiljet

Kiezers krijgen straks twee stembiljetten: voor de provincie en voor het waterschap. Weer zal het waterschap de bestuurslaag zijn met onbekende partijen, kandidaten en standpunten. In 2008 hadden burgers bij de poststemming nog tijd om na te denken over wat ze met het stembiljet zouden doen. Nu moeten ze dat onder grote tijdsdruk in het stemhokje beslissen. Voor veel burgers wordt dit zelfs het eerste moment dat ze zich realiseren dat ze voor de waterschappen moeten stemmen.

Zo worden verkiezingen een gok welke partijnaam het beste klinkt. In de regio Amsterdam – waterschap Amstel Gooi en Vecht – zijn nu vijf waterschapspartijen vertegenwoordigd die niemand kent: Water Natuurlijk, Eigen Woning en Water, Algemene Waterschapspartij, Socialistische Waterschapsvereniging en Recreatie, Woning en Water. Er zijn ook vijf reguliere partijen: CDA, PvdA, VVD, ChristenUnie-SGP en Partij voor de Dieren.

Bij een poststemming sturen weinig burgers het stembiljet terug, maar degenen die dit doen hebben er wel over nagedacht. Dit jaar gebeurt vrijwel het omgekeerde. De opkomst wordt door de Eerste Kamer hoog en burgers strepen bij de waterschappen maar wat aan. Zo kunnen burgers stemmen op partijen die geen beloning verdienen, maar waarvan burgers dat niet weten.

Is een hogere opkomst dan wel zo’n goede zaak, vraag je je af.