Politiek

PvdA-prominenten hekelen kandidatenlijst Eerste Kamer

12-01-2015 09:36

De senaatsfractie van de PvdA dreigt het te moeten doen zonder leden met meer dan vier ervaring en kandidatenlijst voor de Eerste Kamer is het zoveelste voorbeeld van een lijst waar met alle geweld zoveel mogelijk nieuwe kandidaten op verkiesbare plekken moesten komen. Dat is althans de mening van vijf PvdA-prominenten vandaag op de opiniepagina’s van de Volkskrant.

Adri Duivesteijn (lid Eerste Kamer), Myrthe Hilkens en Arie de Jong (oud-leden Tweede Kamer) en Joop van den Berg en Erik Jurgens (oud-leden Eerste Kamer) schrijven in een opiniestuk dat hun partij weinig waarde hecht aan ervaring in de senaatsfractie. Zij vragen zich af waarom senator Ruud Koole, tevens oud-partijvoorzitter, zichzelf terugvindt op de -waarschijnlijk onverkiesbare- twaalfde plek. Koole kreeg te horen dat dit te maken had met het ‘regiomotitief’. Oftewel: de regio’s worden tevreden gehouden door hun kandidaten hoog te plaatsen.

Het vijftal is dan ook ontevreden. Zij schrijven voorts dat kandidaten hun sporen in de maatschappij verdiend moeten hebben. Volgens hen ontlenen senatoren hun prestige aan wat zij buiten de Kamer aan maatschappelijjk/politiek gezag hebben opgebouwd.

De PvdA-prominenten nemen het nadrukkelijk op voor de eerder genoemde Koole. Zij vinden dat hij hoger op de lijst moet staan, ook al omdat de ervaren leden Klaas de Vries en Guusje ter Horst de senaat zullen verlaten.

Na Vertrek van De Vries en Ter Horst is hij de enige die werkelijk thuis is in constituionele kwesties en vraagstukken van openbaar bestuur. In de Eerste Kamer is dat vitale expertise, zo blijkt telksens weer. Reden genoeg om zulke ervaring de voorkeur te geven boven onberedeneerde ‘vernieuwing’.

Komend weekend stelt de partij tijdens een congres in Utrecht de definitieve lijst vast. Inmiddels is er ook een website voor hem gemaakt. Op dit moment heeft de PvdA twaalf zetels in de senaat. Na de verkiezingen voor Provinciale Staten op 18 maart kiezen de nieuwgekozen statenleden op 26 mei de Eerste Kamer.