Neerlands strijd tegen radicale islam: in eigen land vooral niet opvallen

21-10-2014 13:01

Het is oorlog. Westerse landen bombarderen samen met Arabische bondgenoten vanuit de lucht posities van radicale moslims in Syrië en Irak. Naast Islamitische Staat (IS) lijken door de VS ook andere extremistische groepen  als Jabhat al-Nusra, gelieerd aan al-Qaida, te worden aangevallen. Bombardementen worden door hen die het ondergaan doorgaans opgevat als oorlogshandeling.

Mujahiri Sháám

De reactie is ernaar. Een boodschap 23 september jl. via Facebook van polderjihadist Mujahiri Sháám, naar eigen zeggen lid van al-Nusra,  liegt er niet om. De Syriëganger roept tot “een sterke, stevige daad tegen de Nederlandse overheid”. Volgens de Telegraaf gaat het hier om Abdelkarim el Atrach, afkomstig uit een Marokkaans probleemgezin uit Arnhem. Een dag later, als het Nederlandse kabinet besluit F16’s in te zetten in Irak, twittert de Marokkaanse Arnhemmer: “Nu dus ook f16’s; Nederlands volk jullie overheid heeft zojuist een doelwit v jullie gemaakt”.

Oorlog dus. Asymmetrische oorlogvoering zo u wil, of oorlog met niet-statelijke partijen, maar desalniettemin oorlog. De kogels en bommen komen even hard aan.

Het mag alleen in Nederland niet gezegd worden. Politieke leiders doen moeite man en paard niet te noemen. Het gehanteerde jargon: ‘militaire missie’, ‘gewapend conflict’ of ‘strijd tegen terreurbeweging IS’. Maar het conflict is breder en gaat dieper. Premier Rutte ging begin oktober voor het eerst verder door de confrontatie met de “vreselijk wrede” en “onbegrijpelijk gewelddadige” IS te vergelijken met de strijd tegen de Nazi’s in de Tweede Wereldoorlog.

Buitenhof

Terwijl eind september de betrokken westerse landen de militaire operatie in Syrië en Irak voorbereidden, kwamen progressieve media in Nederland ook in actie. Het wekelijkse tv-programma Buitenhof (VPRO, AVROTROS en VARA) wilde het Nederlandse volk zondag 28 september onder andere duidelijk maken (00:30 – 31:20 min.) dat men zich in Nederland geen zorgen hoeft te maken, maar wel dat we beducht moeten zijn voor de “ingebakken” oorlogszuchtige driften der mensheid.

Terlouw

Daartoe waren twee schrijvers uitgenodigd: Arnon Grünberg en Jan Terlouw. Presentator Paul Witteman (VARA) zei dat laatstgenoemde ook politicus is geweest. Dat Terlouw gedurende vele jaren talrijke prominente functies heeft vervuld voor D66 werd niet vermeld. Later in het gesprek verscheen een kort CV met een aantal van die functies in beeld, van D66 wederom geen spoor.

De schrijver/politicus mocht vertellen (0:52 – 1:10) dat hij zich “absoluut niet in oorlog voelt”, “de burgerij merkt er niks van, wat daar gebeurt”. “U bedoelt de Nederlandse burgerij”, vroeg Witteman. Inderdaad, vergeten. Terlouw bleek van zichzelf uit te zijn gegaan en vond het niet nodig ‘Nederlandse’ erbij te noemen. Ondanks de internationale context verstaat de oud-minister onder “de burgerij” kennelijk als vanzelfsprekend burgers in eigen land.

Voor de éminence grise van D66, een partij die zich erop voorstaat ‘over de grenzen heen te kijken’, kan bij Nederlandse bommen elders geen sprake zijn van oorlog, als men er in het vaderland maar geen last van heeft.

Grünberg

De oud-D66-leider werd bijvallen door Grünberg: “Ik vrees dat het saai gaat worden, maar ik ben het helemaal eens met meneer Terlouw”.

Daarvoor waren beide heren ook uitgenodigd bij Buitenhof, om het met elkaar eens te zijn. De mededeling dat Nederland niet in oorlog is moest eensgezind worden uitgedragen. Volgens Grünberg (2:26 – 2:44) zijn we niet in oorlog: “Op weg hierheen hebben we geen checkpoints gepasseerd, we zijn vannacht niet beschoten, we zijn hier veilig”. Hij had “geen moment het gevoel dat een bom op ons kan vallen of dat hier een zelfmoordaanslag gaat plaatsvinden”, (…) “dus we zijn niet in oorlog”.

Provinciaal

Deze zogenaamd internationalistisch georiënteerde schrijver, die voortdurend etaleert dat Nederland zich niet ‘achter de dijken’ moet terugtrekken, is net als Terlouw in feite provinciaal en egocentrisch ingesteld. Als hij in Nederland niets van het conflict merkt, is er wat hem betreft niets aan de hand.

Grünberg wil waken voor onnodige paniekzaaierij (3:26). “Als je eigen grondgebied niet in gevaar is, dan ben je eigenlijk niet in oorlog”, vulde Terlouw (3:44) aan. Deze beperkte opvatting van oorlog is blijkbaar de boodschap die ook Buitenhof en Paul Witteman willen verspreiden, anders had men voor meer diversiteit aan meningen gezorgd in het programma. Aan het eind van het gesprek (29:13 – 29:18) liet Witteman zich in zijn kaarten kijken: “De kans dat ze dus inderdaad hier oorlog gaan voeren is niet zo groot, en met hier bedoel ik heel Europa”. Gezellig; drie gelijkgestemden.

Veilig?

Maar zijn wij in Nederland zo “veilig”? Het kabinetsbesluit van 24 september mee te doen met de door de VS geleide militaire operatie tegen IS werd de volgende dag gevolgd door een merkwaardig advies: het ministerie van Defensie raadt zijn militairen dringend af in eigen land in uniform te reizen met het openbaar vervoer. Zelfs douaniers moeten in burger over straat. Zo te horen waren de berichten uit Syrië van polderjihadist Sháám vrij snel ingedaald bij de Nederlandse overheid.

Gaat het hier wel om een advies? In het Reformatorisch Dagblad  meldt een landmachtofficier dat hij een “tuchtmaatregel” riskeert als hij op straat toch zijn uniform draagt. Uit antwoorden van minister van Defensie Hennis-Plasschaert (VVD) op vragen van Kamerlid Knops (CDA) wordt duidelijk  dat sprake is van een bevel: “Eén van de voorzorgsmaatregelen is dat militairen tot nader order geen militair uniform dienen te dragen tijdens woon/werkverkeer of in de publieke ruimte als daar om dienstredenen geen noodzaak toe bestaat”.

‘Geen dubbel signaal’

Reactie van het kabinet op het mogelijk ambivalente karakter van het verbod op uniformen in de publieke ruimte: ontkenning. Minister Opstelten (VVD) van Veiligheid en Justitie: “Dit is geen dubbel signaal”.

Oh nee? Het kabinet en de Nederlandse overheidsdiensten willen niet alleen het zekere voor het onzekere nemen; ze tonen angst, en proberen gelijktijdig business as usual uit te stralen. Opstelten: “Iedereen moet normaal zijn gang gaan”. Behalve militairen en douaniers, die mogen in eigen land niet langer als zodanig herkenbaar zijn. Who’s next, de politie? Nog maar een paar dagen geleden werd in Amsterdam een illegale Marokkaan gearresteerd wegens het voorbereiden van een terroristische aanslag op agenten.

Voorzorgsmaatregel

De minister kwam 28 september bij ‘WNL op Zondag’  terug op het verbod op militaire kledij. Hij benadrukte dat het slechts een “voorzorgsmaatregel” betrof (16:59), en voegde eraan toe dat deze “ook in andere landen” getroffen wordt. Hij zei niet welke. Presentator Charles Groenhuijsen vroeg ook niet door.

In de ons omringende landen raadt alleen het Belgische ministerie van Defensie militairen aan “naar het werk te gaan in jeans en polo”. Dit is niet het geval in Frankrijk of Duitsland. De moord op een militair in Engeland vorig jaar deed het Ministry of Defence besluiten het dragen van uniformen tijdelijk te verbieden. Het slachtoffer, Lee Rigby, was echter op weg in vrijetijdskleding. Ook al was hij niet herkenbaar als soldaat, de terroristen wisten Rigby er feilloos uit te pikken.

Lee Rigby

De beelden van 22 mei 2013 van de afgeslachte Engelse Drummer Rigby vlakbij zijn kazerne in Londen waren weerzinwekkend en angstaanjagend, precies wat de islamitische moordenaars beoogden. Drie dagen later werd in Parijs een patrouillerende militair in de nek gestoken, de soldaat overleefde de aanslag. 29 mei volgde de arrestatie van de aanvaller, een radicale moslim die bekende uit religieuze motieven te hebben gehandeld.

Significant verschil: Rigby liep op het moment van de moord niet in uniform, de Franse soldaat wel. Niet alleen rijst de vraag of het verbod op militaire kledij in de publieke ruimte wenselijk is, ook of het zin heeft. In Frankrijk lopen militairen ondanks toenemende dreiging nog steeds in uniform.

Zwaardmacht

Militairen in eigen land afraden in uniform te reizen; een vreemde reflex. Zou Defensie ooit van ‘zwaardmacht’ hebben gehoord? Het principe dat het geweldsmonopolie alleen de Nederlandse staat toebehoort. Door vertegenwoordigers van de strijdkrachten hun militaire kledij in het publieke domein te ontzeggen, geeft de overheid in feite aan afstand te nemen van haar monopolie op geweld. Verwarrend. Nog afgezien van het mogelijk demoraliserende effect op de Nederlandse mannen en vrouwen onder de wapenen.

Op bedreigde Nederlandse koopvaardijschepen is de overheid niet alleen onzichtbaar, maar zelfs afwezig. De Nederlandse staat weigert mariniers mee te laten varen als bescherming tegen piraten. Maar het kabinet-Rutte II staat reders niet toe privébeveiligers in te zetten; de PvdA is tegen. Met als argument: de zwaardmacht.

De staat is als enige bevoegd de handelsvloot te beschermen, maar doet het niet. En gebruikt het zwaardmacht-principe om particulier initiatief te verbieden. Nog verwarrender.

Nederland en geweld

Wat is er toch aan de hand? Kan de Nederlandse overheid niet meer met geweld omgaan? Is men uit op demilitarisering van Nederland? Terwijl grote delen van de wereld in brand staan, en het kabinet er wel voor kiest in Irak de strijd tegen jihadisten militair te ondersteunen.

Oplopende haat

Volgens Trouw nemen in bijvoorbeeld de Haagse Schilderswijk de spanningen en afkeer naar Nederland toe als gevolg van Nederlandse deelname aan de oorlog tegen IS/ISIS en andere radicale moslimgroepen.

Moslims in Nederland, in meerderheid soennitisch, beleven dit conflict heel anders dan autochtonen. Veel moslims beschouwen de westerse interventie in Syrië en Irak als een aanval op islam. De redenering is als volgt: het Westen laat Israël zijn gang gaan in Gaza, en treedt niet op bij onderdrukking van soennieten in Irak door een door de VS geïnstalleerd sjiitisch regime. Maar als soennieten het heft in handen nemen grijpt het Westen in. De bommen op al-Nusra worden gezien als bewijs dat niet zozeer IS, maar hun religie op de korrel wordt genomen.

Dat zelfs Saoedi-Arabië zich keert tegen de meedogenloze wijze waarop deze extremistische groeperingen in de regio tekeer gaan tegen alles en iedereen die hun versie van soennitische islam niet deelt, en niet-Arabisch is (IS valt ook de soennitische Koerden aan), zien veel (soennitisch) islamitische criticasters in Nederland, vaak Marokkanen, gemakshalve over het hoofd.

Onveiligheid

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) van het ministerie van Veiligheid en Justitie onderscheidt vier niveaus van oplopende dreiging: minimaal, beperkt, substantieel en kritiek. De kans op een aanslag in Nederland geldt vanaf maart 2013 als substantieel. Afgaand op de nieuwe maatregelen als gevolg van Nederlandse deelname aan de oorlog is het dreigingsniveau in feite opgetrokken naar ‘substantieel plus’.

Minister Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken gaf 26 september aan dat de veiligheidsdiensten extra aandacht geven aan de bestrijding van IS: “er is op dit terrein intern opgeschaald, een aantal dingen doen we op een later moment en er zijn ook wat extra mensen aangetrokken”. Plasterk sprak slechts over IS, maar de groep die door zijn diensten wordt gevolgd is groter dan alleen IS-sympathisanten.

Appeasement

Maar wat stellen de inspanningen van de AIVD voor als de staat bij toenemende dreiging verstoppertje speelt in eigen land? En welk signaal geeft het verbod op militaire kledij in de publieke ruimte aan potentieel kwaadwillenden?

Dat Nederland nu al bang is voor aanslagen. Militairen uit het straatbeeld verwijderen wordt door veel moslims uitgelegd als teken van zwakte. Eén videoboodschap uit Syrië volstaat. Tegelijkertijd worden symbolen van IS in Nederlandse straten wel geduld.

Schilderswijk

Burgemeester Van Aartsen (VVD) stond in juli in de Schilderswijk verschillende demonstraties toe van gemaskerde radicale moslims met zwarte jihadvlaggen. Tijdens de demonstratie van 24 juli jl. werden antisemitische leuzen geroepen, inclusief uitbrengen van de Hitlergroet. Sommige deelnemers riepen zelfs op Joden te vermoorden. Jihadvlaggen zijn niet verboden, openlijke oproepen tot moord zijn dat wel. Pas later werden door het Openbaar Ministerie arrestaties verricht, mede als gevolg van protesten uit de samenleving. Maar het legeruniform, symbool van Nederlands strijdbaarheid, moffelt het kabinet in een oogwenk onder het tapijt.

Een makkelijk verkregen boost voor het moreel van radicale moslims in Nederland, met dank aan de conflictmijdende Nederlandse overheid. Om de rust in Nederland maar te bewaren geeft het kabinet aan ver te willen gaan, inclusief zelfverloochening.

Ambivalente pacifisten

Als een pacifistische politieke partij aangeeft op deze manier de-escalatie na te streven; fair enough. Maar dat de staat zich zo bescheten opstelt, bevreemdt. Of de Nederlandse overheid en Defensie zijn wat betreft binnenlands beleid gegijzeld door bange pacifisten. Pacifisten die zich in Mali en Irak wel weer via militaire middelen met de grote boze buitenwereld bemoeien.

Militaire studenten aangevallen

Een en ander komt in een ander daglicht te staan nadat 9 oktober uitlekte dat eind september bij twee incidenten uniform dragende militaire studenten zouden zijn aangevallen door mensen met een “Arabisch uiterlijk” en “vermoedelijk van Arabische afkomst”. In een mail van het Brigade Informatie Knooppunt (BIK) van de Koninklijke Marechaussee wordt melding gemaakt van inrijden met een auto op een groep ROC-leerlingen in militair tenue in Deurningen, alsook een bedreiging met een mes op de keel bij een student op het station in Boxtel. In de mail wordt ook gesuggereerd deze voorvallen te gebruiken om aan te tonen dat er een reden is voor het reisverbod in uniform. Het laatste geval bleek trouwens een hoax; de betrokken student heeft toegegeven het verhaal te hebben verzonnen. Het tekent de sfeer bij Defensie.

In de eerste week van oktober werd verder bekend dat ook het Amerikaanse leger in Europa zijn soldaten buiten de kazerne in burger laat lopen. Zelfs de Amerikanen kiezen, in Europa, eieren voor hun geld.

Kwetsbaar

Militairen in uniform zijn kennelijk een te kwetsbaar doelwit, zeker als ze ongewapend zijn. Westerse overheden gaan door de knieën voor dreigementen van radicale moslims en/of de eigen angst, ondanks de beweringen van het tegendeel. Het is voor open samenlevingen met grote en potentieel vijandige immigrantenpopulaties niet mogelijk zich adequaat te verweren tegen aanslagen op soft targets als soldaten door homegrown terroristen, willekeurige allochtone burgers, of buitenlandse jihadisten vermomd als vluchteling. Daarom op voorhand maar zwichten?

Toch niet moet men op het ministerie van Defensie gedacht hebben. Vrijdag 10 oktober stuurde Defensie tweehonderd militairen in gevechtstenue, maar onbewapend, het centrum van Utrecht in; om informatie uit te wisselen met passanten. De legerleiding wilde via deze oefening zo natuurgetrouw mogelijk situaties in missiegebieden nabootsen. Deelnemers aan de oefening voelden zich hier niet senang bij. Het verbod op reizen in uniform is nog steeds van kracht, maar het zich in vol ornaat en onbewapend begeven van soldaten onder het publiek zou geen probleem zijn? Vindt Defensie oefening voor buitenlandse missies belangrijker dan het op de juiste manier presenteren van militairen in eigen land, namelijk in uniform en eventueel bewapend? De oefening verliep overigens zonder problemen.

Het kabinet wil alles

Eigen symbolen van weerbaarheid opgeven, het blijft onwerkelijk. Nederland wil zo de kool, de geit, zelfs de hele moestuin sparen. Het kabinet vindt het normaal ruim een miljoen moslims binnen Neerlands grenzen te hebben, mee te doen aan de militaire missie tegen IS (en andere islamitische terreurgroepen), én te doen alsof in Nederland niets aan de hand is.

Toch valt niet uit te sluiten dat er een moment komt dat de strijd tegen radicale islam zich naar vaderlandse bodem verplaatst, en de huidige middelen van preventie en repressie ontoereikend zullen blijken. De Nederlandse overheid staat dan al op achterstand: haar militairen moeten eerst nog hun uniform aantrekken, en de kans is groot dat door Buitenhof in slaap gesuste burgers geen idee hebben van wat hun overkomt.

De drie D’s

Net als de inmiddels beroemde 3D benadering van Defensie in Afghanistan (Defence, Diplomacy and Development) laat de Nederlandse aanpak voor ordehandhaving in eigen land zich vangen in een 3D formule: to Deny, to Deceive and to Dodge. Nederland doet mee aan de oorlog tegen radicale moslims, maar wil daar in de polder weinig van merken. Nederland lijkt in eigen land zelfs geen leger en douane meer te hebben.

Hollandse dubbelzinnigheid: we doen wel mee, maar eigenlijk ook weer niet. Nu maar hopen dat terroristen erin trappen, en aan ons deurtje voorbijgaan.

De arrestatie van de 26-jarige illegale Marokkaan 17 oktober in Amsterdam, wegens planning van een aanslag op politieagenten, doet anders vermoeden. En als Nederlanders in uniform onbereikbaar zijn voor terroristen richten ze hun vizier toch op gewone burgers?

Deze optie ligt blijkbaar buiten het gezichtsveld van de overheid. Dus denk erom, mondje dicht: “Don’t mention the war”. Fawlty Towers revisited.