Politiek

Eurosceptici moeten blij zijn met EU-stempel voor politieke partijen

01-10-2014 11:59

Wat had Geenstijl het weer leuk opgeschreven: in Brussel is een voorstel aangenomen voor de erkenning van politieke partijen door de Europese Unie. Politieke partijen kunnen voortaan subsidie krijgen als ze aan een groot aantal voorwaarden voldoen. Een commissie uit het Europees Parlement gaat partijen daarop toetsen. Het grootste probleem: partijen kunnen alleen een EU-stempel krijgen als ze Europese waarden uitdragen zoals pluralisme en non-discriminatie.

Minister Plasterk heeft vanwege deze inhoudelijke toetsing tegen het voorstel gestemd, maar het komt er toch. Volgens Geenstijl zullen partijen als die van Geert Wilders nooit subsidie kunnen krijgen en gaat het geld voortaan alleen naar partijen die meedoen aan de ‘EU-polonaise’. Toch moeten juist eurosceptici beter lezen en beter nadenken: dan zien ze dat dit EU-stempel – geheel onbedoeld – een zegen voor eurosceptici is.

Paar feiten

Kan de PVV straks meedoen aan een procedure om Europese subsidie te krijgen? Nee. D66, CDA en PvdA ook niet, want deze erkenning gaat niet over nationale, maar over Europese partijen. Dit zijn de partijen die een fractie in het Europees Parlement hebben of eraan meewerken. Het gaat bijvoorbeeld om de subsidie voor de christendemocratische EVP waar het CDA deel van uitmaakt. Gewoon even de definities uit het voorstel lezen (p.14).

Welke Europese partijen zullen een erkenning en dus subsidie krijgen? De vraag of alle partijen in aanmerking komen is relevant. De vraag is of partijen een ‘gestructureerde politieke samenwerking’ hebben. Die hebben de eurosceptici op links en rechts wel. Europese waarden zijn bovendien rekbaar. Als de eurosceptische EFDD (met o.a. UKIP’s Nigel Farage) geen subsidie krijgt, is dat voor hen alleen maar een PR-kans: ze kunnen immers wederom wijzen op de grote macht van eurofielen.

Hoeveel geld?

De subsidie bedraagt in totaal 33 miljoen. 15% wordt gelijkelijk verdeeld over de Europese politieke partijen en de rest naar rato van het aantal zetels in het Europees Parlement (p.23). Met andere woorden: ruim de helft van dat variabele deel gaat naar christendemocraten en sociaaldemocraten samen, die een meerderheid hebben. De eurosceptische fracties krijgen sowieso weinig, om de simpele reden dat ze getalsmatig klein zijn.

In Nederland krijgen politieke partijen ook subsidie en beslissen ze daar in de Tweede Kamer zelf over. Er worden allerlei eisen gesteld waardoor de PVV geen subsidie krijgt. Wilders heeft er electoraal volstrekt geen last van. De bedragen zijn in Nederland en in Europa laag. Denk maar even na wat je in 28 lidstaten met 33 miljoen zou kunnen doen. Qua campagnevoering vrijwel niets.

Een voordeel

Wat gaat er echt gebeuren? De crux zit in artikel 17 (p.25). Europese partijen mogen de subsidie voor campagnevoering gebruiken. Dat levert geen indrukwekkende campagnes op, maar wel een nieuwe dynamiek. Momenteel gaan Europese verkiezingen tussen nationale partijen, terwijl die in het Europees Parlement geen rol spelen. In Europa zijn ze immers onderdeel van de Europese partij, die door dit voorstel meer dan ooit een eigen status krijgt.

Dit is een voorbeeld van een Europa dat zich stapsgewijs uitbreidt en zichzelf steeds belangrijker maakt. Maar in dit geval is dat wenselijk: je stemde bij Europese verkiezingen (behalve bij SP, PvdD en PVV) al op een Europese fractie die een forse fractiediscipline kent. Die Europese fractie heeft niet altijd dezelfde standpunten als de Nederlandse partij waar je op stemde. Je kunt dus Nederlandse verkiezingsprogramma’s lezen tot je een ons weegt, de vraag blijft wat de Europese fracties in het Europees Parlement vinden.

Nieuwe transparantie

En dat is precies wat met dit voorstel gaat veranderen. Er komt een zeer minimale campagnevoering door Europese partijen op gang. Dit zal burgers duidelijker maken dat Europese partijen de dienst uitmaken en niet de nationale. Een stem op de eurokritische VVD is een stem op de eurofiele ALDE. Als Europese partijen middelen krijgen om direct met burgers te communiceren, dwingt dat landelijke partijen duidelijk te maken bij welke Europese familie ze horen en waarom.

De VVD wordt gedwongen toe te geven dat ze simpelweg voor meer Europa is. Het CDA wordt gedwongen eurofiele EVP-standpunten te verdedigen. Meer dan ooit zullen politici uit de kast moeten komen als eurofiel en transparant moeten maken wat ze binnen hun Europese fractie echt doen. Als burgers dat straks weten, gaan eurosceptici pas echt mooie resultaten halen. Zonder subsidie.