Interview

Carola Schouten (CU): Er moet substantieel meer geld naar Defensie

26-08-2014 16:35

Namens de ChristenUnie onderhandelt ze mee aan de nieuwe begroting van het kabinet Rutte II. Carola Schouten is financieel woordvoerder van een constructieve oppositiepartij en maakt zich zorgen over mondiale dreigingen: ’Voedsel zal worden ingezet als diplomatiek drukmiddel.’

Carola Schouten (36) kan nog wel een beetje kleur op haar gezicht gebruiken. Het ChristenUnie Kamerlid ziet eruit als een Engelse baronesse in haar blauwe jurk, op haar hoge hakken en met haar Channel zonnebril op haar gezicht. ’Sorry’, verontschuldigt ze zich voor het prijzige ding op haar neus als we deze vrijdagochtend het Kamergebouw de zon instappen.

Waarom, sorry?

‘Ja, weet ik ook niet. Opvoeding. Calvinisme.’ Lachje.

Kom op, we gaan in de zon zitten. Rutte onderhandelt altijd op terrassen.

Lachje: ’Rutte heeft maar een lousy baantje.’

Dit is Carola Schouten in één dialoog. Bescheiden, protestant, tongue in cheek. En nadenkend. ’Zei ik lousy? Zo bedoel ik het niet. De premier, en ook Timmermans, hebben het deze zomer heel goed gedaan!’

De alleenstaande moeder die met haar zoon in een voormalig bordeel woont in een achterstandswijk in Rotterdam is overigens allesbehalve een aristocrate.

Het Kamerlid is een boerendochter die samen met haar twee zussen door haar moeder werd grootgebracht in Giessen, een Brabants dorp aan de uitlopers van de Bible Belt. Ze studeerde bedrijfskunde, werkte als beleidsmedewerker op het ministerie van Sociale Zaken en belandde in 2011 in de Tweede Kamer, na het vertrek van oud-CH leider André Rouvoet.

Schouten, die zichzelf op haar twitter-account omschrijft als een ‘Rotterdammer met Brabants hart.’, onderhandelt namens de ChristenUnie over de nieuwe begroting van het derde jaar van Rutte II. Inzet van de ’constructieve coalitiepartner’ is onder meer meer geld voor defensie. Een eis die de partij al formuleerde voor de The Summer of War.

“Als financieel woordvoerder moet je altijd op de rem trappen en vragen: hoe gaan we dat betalen?”

In hoeverre is het lekker om gelijk te halen?

’Nou, ik had liever ongelijk gehad. In het voorjaar wilden we al 90 miljoen extra voor defensie en ontwikkelingssamenwerking. En-en hè. Niet of-of. Ontwikkelingshulp en defensie zijn twee kanten van één medaille.’

Defensie is weer hot. Wat gaat u eisen?

’Daar praten we nu over. Na de aanslag op de MH17 zag je hoe belangrijk het is dat je een eigen defensie hebt. Ik ben twee keer in Eindhoven geweest en dan zie je ook hoe relatief Nederlandse politiek is. Je bent dan op een ander niveau bezig. En dat merk je nu ook in Den Haag. Het internationale perspectief dicteert: Israël-Gaza, Oekraïne, Irak. Dan is het ineens anders als je over een miljoentje meer of een miljoentje minder praat, waarmee ik overigens niks wil afdoen aan ons werk.’

Hoeveel moet erbij?

’We hebben al 90 miljoen gekregen en dat bedrag moet substantieel omhoog. Hoeveel is nog niet duidelijk. We praten nu met andere partijen en het kabinet. De grap is dat afspraken maken over bezuinigen veel makkelijker is dan beslissingen nemen over geld uitgeven. Uitgeven is echt veel ingewikkelder. Dan heb je discussies. Dan komen de prioriteiten van de verschillende partijen naar voren. D’r is hier niemand die juichend door de gang loopt en zegt: Yes, we gaan fijn bezuinigen!’

Maar u vindt het wel lekker om niks uit te geven?

’Ja, de ChristenUnie staat bekend als de partij van de zuinige mensen. Als financieel woordvoerder moet je altijd op de rem trappen en vragen: hoe gaan we dat betalen?’

U heeft een obsessie met schulden

Lacht alsof ze wordt beschuldigd van indiscrete gedragingen: ’We hebben een schuldeneconomie gecreëerd. Op alle niveaus. Overheid en particulieren hebben geld uitgegeven dat ze niet hadden. Dat kan op korte termijn heel fijn lijken omdat een cashinjectie een aanzwellend effect heeft op de economie. Maar als je een economie vooral financiert met vreemd vermogen komt daar een keer een crash. Je hebt gezien wat er gebeurt. We hebben te lang gemarchandeerd. We kunnen niet blijven leven op krediet en onze verwachtingen blijven baseren op ongelimiteerde groei. Het kan zo niet doorgaan gaan! Hier moeten we wat aan doen. Bij lenen hoort aflossen, maar in Nederland word je gestimuleerd zo veel mogelijk schuld te maken.’

Mevrouw Schouten, we leven nog. Kijk eens. Op het terras wordt besteld.

’Maar als jij iemand bent die een huis heeft dat onderwater staat dan zit je niet zo lekker meer op het terras. Het is waar: voor een groot deel van de Nederlanders is het goed gegaan. Maar anderen hebben de klap gevoeld. Ik merk het in mijn omgeving. Ik woon in Rotterdam-West, dat is een arme buurt. En ik merk het aan vrienden, ZZP-ers die al heel lang geen opdrachten hebben gehad. Dan wordt het niet leuk op het terras.’

Als je wilt investeren, moet je schulden maken, toch? Studenten moeten in zichzelf investeren. U bent tegen het sociale leenstelsel.

Streng: ’Dat heet anders hè. Het heet nu studievoorschot. Laat dat sociaal er maar af.’

Oh, dat klinkt al lekker cynisch.

’Ik constateer het alleen.’

schoutenBent u niet te bang?

’Bij het studiestelsel zie ik twee problemen opdoemen. Het eerste is dat er groepen zijn die besluiten om niet meer te gaan studeren, omdat ze heel erg tegen het maken schulden opzien. Dat zijn groepen die van huis uit niet gestimuleerd worden om door te leren. Bovendien: op de korte termijn merk je niet veel van die schuldenlast. Maar als die studenten op de woningmarkt en de arbeidsmarkt komen dan is nog maar de vraag of ze kunnen aflossen. Zelfs Obama maakt zich zorgen over de hoogte van de studieschuld. Amerika is een land waar het gemeengoed is om schuld te maken en zelfs dáár komen ze ervan terug.’

Als je bent afgestudeerd kun je meer verdienen.

’Ja, maar we worden niet allemaal minister of bankdirecteur. Dit gaat over verpleegsters of politiemensen. Die moeten ook allemaal een hogere beroepsopleiding volgen voor ze op de arbeidsmarkt komen. Die gaan echt niet de jackpot verdienen. Die mensen gaan die hogere lasten echt merken. En een ander effect hiervan, waar niemand nu nog over praat, zijn de gevolgen voor de rijksbegroting. In Engeland heeft de regering een deel van de niet geïnde studieschulden al doorverkocht aan private partijen, met een afschrijving van 20%. Dat moet ook worden opgebracht. Je creëert een probleem dat niet zichtbaar is. Dit is na-ons-de-zondvloed denken!’

Calvijn spreekt tot ons.

’Calvijn zei dat economie in dienst moest staan van de mens. Economie is geen doel, maar is een middel. Als je naar dat uitgangspunt teruggaat dan kom je tot andere beleidskeuzes. Economische groei is prima – wat gezond is dat groeit – maar het kan nooit een doel zijn. Daar waarschuwde Calvijn voor. Het is goed om als politicus af en toe uit het ’hier en nu’ te stappen. Ik geloof dat we moeten zoeken naar onze diepste overtuigingen. Als je dat niet doordenkt als politieke partij dan bevind je je op drijfzand. Dan is het de ene keer links, de ene andere keer rechts.’

Schouten probeert zich te los te maken van de dagelijkse politiek buzz, vertelt ze, door af en toe flink bij te lezen.Tijdens vakanties voedt ze zich geestelijk met politieke en theologische werken. Waar anderen een Ludlummetje of een Saskia Noort wegbladeren, kraakt de christelijke bedrijfskundige de werken van kerkvader Augustinus en de beschouwingen van de filosoof-econoom Roel Jongeneel. ’Nee, dan val ik niet in slaap op het strand’, grinnikt ze. ’Ik ben ook niet zo’n strandtype. Ik moet wat doen op vakantie.’

U gaat elk jaar kamperen met uw zoon. De alleenstaande moeder bij een christelijke gezinspartij.

’Een alleenstaande moeder is ook gezin. Ik mag er ook zijn hoor’, zegt ze.

U kreeg op uw 23-ste een kind. Van een man uit Israël. Daar woont u niet mee samen.

’Het was niet voldoende om samen te leven.’

“Ik heb geen enkele cd van Guus Meeuwis thuis.”

Een beetje calvinist denkt: ach wat, ik offer me op.

’In dat soort zaken juist niet toch? Ik denk dat het een van de grootste keuzes in je bestaan is: met wie ga ik m’n leven delen. Ik vind een huwelijk iets heel bijzonders. Dat moet je niet lichtzinnig opvatten. Ik ben blij dat de vader van mijn zoon en ik een goede band hebben behouden. Recent zijn we nog in Israël geweest. Ik vind het ook wel leuk dat ik word meegezogen in zo’n jongensleven trouwens. Ik kijk voetbal en dat vind ik helemaal geen straf. Soms gaan we naar Feyenoord, of nemen vrienden hem mee.’

Feyenoord! Waar is Brabant gebleven?

Kijkt betrapt: ’Ik heb geen enkele cd van Guus Meeuwis thuis.’

Dan serieus: ’Ik kom van onder de rivieren, maar er was ook nog een vrij grote protestante gemeenschap daar. Het zat een beetje door elkaar heen. Ik ben niet zo strikt opgevoed. Mijn moeder vond het belangrijk dat je je eigen keuzes maakte.’

Schouten werd grootgebracht op een boerderij met een oudere en een jongere zus. Haar vader overleed op haar negende. Dochter Carola moest meehelpen op boerderij, maar zat al snel meer achter de calculator dan ze dat met een hooivork door de stal zeulde. ’Ik vond de bedrijfsmatige kant leuker dan het boerenbedrijf zelf. Met mijn moeder had ik discussies over investeringen. Kunstmest kun je bijvoorbeeld op dagbasis kopen op een handelsmarkt of van te voren inslaan tegen een bepaalde prijs. Als je verwacht dat de prijs naar beneden zou gaan kun je daarop speculeren, maar dat deden we weinig. We gokten weinig, want het was een familiebedrijf, het levenswerk van mijn vader. Mijn moeder was ietsje meer save, ook omdat ze een gezin had.’

Kunt u nog een koe melken?

’Ja dat lukt me, denk ik, nog wel. Dat gaat met machines. Je zit niet op een krukje hoor. Dat is een romantisch beeld.’

“Ik denk dat voedsel – net als fossiele brandstof – ingezet gaat worden als diplomatiek drukmiddel.”

U wilde het bedrijf niet overnemen?

’Nee, midden in de nacht opstaan omdat er weer een koe aan het kalven is dat was niet iets voor mij.’

Boerenbedrijven zijn een van de meest gesubsidieerde sectoren van Europa. Kan dat niet wat minder?

’Ja, de subsidie aan de agrarische sector beslaan bijna de helft van de EU-uitgaven. Dat is veel, maar voor mij is ook uitgangspunt dat je als land in staat bent om in je eigen voedsel te voorzien. Goedkoop produceren kent ook een keerzijde. Als je alles opschaalt en zoveel mogelijk dieren op een vierkante kilometer propt kan dat consequenties hebben voor dierenwelzijn en een gevaar voor de volksgezondheid betekenen. Dat gevaar is niet in euro’s uit te drukken. Ik denk dat voedsel – net als fossiele brandstof – ingezet gaat worden als diplomatiek drukmiddel.’

Melk, de witte olie?

’De grootste graanschuur van Europa staat in Oekraïne. Als Rusland moeilijk wil gaan doen, kunnen ze daar een slot op gaan zetten. In Tunesië heerste onvrede, maar sloeg de vlam echt in de pan toen de graanprijs steeg en de broodprijzen als gevolg daarvan ook omhoog gingen. De bevolking kon geen dagelijks brood meer kopen en kwam in opstand.’

Zulke argumenten hoor je zelden in Kamerdebatten.

’Sommige debatten zijn technisch en vaak hebben partijen hun stellingen al betrokken. Soms zou je hopen dat we praten vanuit een maatschappelijk probleem in plaats vanuit een bepaald kader. Het is veel eens hullie-zullie. Zo’n debat over ongelijkheid, dat nu wordt opgeworpen door Thomas Piketty, scheert langs het echte probleem, namelijk de zwakke positie van ZZP-ers. Zij voelen de armoede als eerste. Ondertussen graven de vakbonden en de werkgevers zich in. Ik vind dat de vakbeweging veel te weinig oog heeft voor de outsiders. D’r is een hele groep werknemers die geen arbeidscontract heeft, terwijl die juist vertegenwoordigers nodig heeft. Aan de andere kant zijn er de werkgevers. Die klagen over hoge kosten, maar ik denk dan: je hoeft die contracten niet af te sluiten? Onderling vechten de werknemers en werkgevers elkaar de tent uit – bijvoorbeeld over pensioenen- en dan mogen wij het beslechten. En dan valt iedereen over politici heen omdat wij iets beslissen waar werkgevers en werknemers het allebei niet mee eens zijn.’

Schouten

De sociale partners zijn meer een last dan een lust?

’Ik vind de sociale partners waardevol en ik wil ze niet afschaffen. Als een werkgever met iedereen een één-op-één contract wil afsluiten dan lopen de transactiekosten enorm op. Dus, een CAO is nuttig. De sociale partner hebben een belangrijke rol in onze overlegeconomie. Maar ik constateer dat de echt lastige discussies toch op ons bord komen.’

Maar dat is uw werk!

’Iedereen komt bij ons met zijn verhaal maar als wij iets besluiten dan worden we erop aangesproken. Je hebt nu een groot debat of het vermogen van rijken moet worden belast. VVD is tegen, PvdA is voor. Dat vind ik zo onzinnig. De mensen die het hardste getroffen worden bij een vermogensheffing zijn de kleine spaarders. Die moeten fictief 4 % rendementrente betalen. Dat is gek, want de gemiddelde rente is nu bijna nul. Aan de ene kant willen we dat mensen gaan sparen om een eigen woning te kopen, terwijl dat aan de andere kant wordt ontmoedigd.’

Spaar niet, maak schuld.

’Nou, mijn calvinistische inborst zou zeggen: je weet niet wat er nog komt.’

Hoe bent u zelf met geld?

’Ik ben vrij sober. Ik weet redelijk goed wat ik uitgeef. Ik kom uit een tijd dat ik een kind had en niet veel verdiende. Toen had ik helemaal niets. Ik moest op mijn geld letten en zorgen dat er balans was tussen in- en uitgaven.’

U hebt inmiddels een Chanel bril op, waar u zich voor schaamt.

’Ik zeg niet dat je geen mooie dingen mag kopen. Aan vakanties geef ik veel geld uit.’

Kom op, kamperen!

’Ja, niet luxe, ik kan er niks aan doen. Als iemand een keer naar Four Seasons wil in New York, ga ik daar een keertje heen, maar zoiets moet wel bijzonder blijven. De norm moet zijn dat een grote uitgave wel iets speciaals is.’

“Ik loop snel weg. Ik ben heel laf. Ik vind conflicten niet zo leuk.”

Bent u een goede onderhandelaar eigenlijk?

’Nee, voor mezelf niet, geloof ik. In mijn studententijd woonde ik met drie jongens in huis. Dan schreven we allemaal op voor hoeveel euro we aan boodschappen hadden gekocht. Dat bedrag werd op een grote hoop gegooid. Maar ik lustte geen kaas en dat werd massaal ingeslagen. Dus op gegeven moment zei ik: ’ja, ik vind het allemaal best, maar…”  Toen heb ik dat wel even bespreekbaar gemaakt.’

Hoe bent u als u boos wordt?

’Ik loop snel weg. Ik ben heel laf. Ik vind conflicten niet zo leuk. Als parlementariër moet je je meningsverschillen niet persoonlijk opvatten anders hou je het niet lang vol.’

One of the boys?

’In de commissie Zorg (waar veel vrouwen zitting hebben), daar zit een soort spanning, maar bij Financiën (een parlementair mannenbolwerk, red) is dat anders. In de financiën commissie luisteren we naar elkaar, van welke partij je ook bent. Het gevaar in Den Haag is dat je in een koker terecht komt. Het was voor mij een bewuste keuze om niet in Den Haag te gaan wonen, maar in Rotterdam te blijven. Ik heb me bewust gesetteld in een wijk waar het allemaal niet zo vanzelfsprekend gaat. Ik woonde eerst aan een plein waar de drugsrunners en pooiers rondhingen. In het appartementencomplex hing blauw licht. Nu heb ik een tuin. Ik woon in een voormalig bordeel. Het was een nachtclub annex bordeel dat op last van de gemeente werd ontruimd. Daar heb ik een appartement gekocht, waar soms wordt er nog wel eens aangebeld. Laatst nog een man. Of hij een kamer kon huren? Ach, ik voel me wel een beetje thuis aan de zelfkant.’

Hoe belangrijk is geloof voor u?

’Heel belangrijk. Geloven raakt aan mijn diepste wezen. Jezus is iemand die onvoorwaardelijk voor mij is gegaan. Die wetenschap geeft mij heel veel rust, en soms onrust. Soms vraag ik me af: moet ik niet meer doen? Maar dat hoeft niet. Jezus heeft het al gedaan. Zijn liefde gaat in tegen alle wetten van het economisch verkeer. Wat ik doe, moet ik uit liefde doen.’

Hoe is dat met mannen en liefde dan?

’Niks. Ik heb een hele lieve man thuis (haar zoon, red).’

Moeten de heren beter zijn dan Here Jezus?

Lacht: ’Nou, dat kunnen ze toch niet. Natuurlijk zou ik best van een man kunnen houden, alleen Jezus gaat over je Zijn en dat is onvoorwaardelijk. Bestaat er in gewone relatie onvoorwaardelijke liefde? Doe ik het niet teveel voor mezelf. Maar ik heb ook wel vragen aan Hem. Als je ooit Primo Levi’s Is dit een Mens hebt gelezen, zoals ik al drie keer, dan kom je in situaties dat je jezelf afvraagt: wat zegt dit over mij? Dat je in een concentratiekamp wacht tot iemand dood gaat om zijn brood te kunnen opeten. Dat beeld raak je nooit meer kwijt.’