Achtergrond

Wat Wil Wilders? Part deux

07-05-2014 15:39

Er zijn schijnbaar nog steeds PVV’ers die de partij en Geert Wilders de rug toekeren naar aanleiding van zijn minder-minder-speech. De timing van de laatste afhaker is enigszins opmerkelijk. Kennelijk duurde het even eer bij Statenlid Bart Brands doordrong wat anderen – Laurence Stassen, bijvoorbeeld – eerder duidelijk werd, namelijk dat met de huidige koers de PVV zichzelf electoraal isoleert. Dat is, voor de goede orde, geen waardeoordeel over de ideeën achter de PVV of het gedachtegoed van Wilders.

Het is wel een observatie van een politieke realiteit. Het is het goed recht van de PVV, van Wilders, en van iedere andere politicus om te bepalen hoe het eigen programma het beste onder de aandacht van de kiezer gebracht kan worden. Wilders kiest er voor dat te doen via prikkelende teksten, dat is wederom zijn goed recht. Dat andere partijen vervolgens besluiten dat als reden aan te dragen niet met de PVV te willen samenwerken moeten ze eveneens zelf weten.

Natuurlijk valt te twisten – en dat gebeurt gelukkig ook – over hoe terecht het is dat de PVV buitengesloten wordt, maar feit blijft dat het gebeurt. Dat is inherent aan politiek bedrijven in Nederland: waar coalities gesmeed moeten worden, wordt iedere mogelijkheid aangegrepen om een ongewenste partner buiten de deur te houden. Wilders had dat kunnen weten, om niet te zeggen dat hij dat van te voren wist.

Daarom blijft het gissen wat de exitstrategie van de PVV, gepersonifieerd door Wilders, is. Als het isolement waarin de PVV is beland daadwerkelijk onderdeel is van een politieke strategie, en niet van een uit de hand gelopen opeenstapeling van improvisaties, wat is dan precies de volgende stap? Waar gaat dit heen?

Wij-Zij

Het voordeel aan exodussen zoals die van Brands is dat ze een zeldzaam kijkje achter de schermen van de PVV bieden. Niet sinds de SP onder Glorieuze Leider Marijnissen hield een partij de rangen intern dermate gesloten. Daar kunnen goede redenen voor zijn. Jonge partijen hebben geregeld moeite de zaken op orde te houden en interne partijdiscipline af te dwingen. Dat illustreerde de LPF in een niet al te ver verleden, toen toenmalige ministers Herman Heinsbroek en Eduard Bomhoff rollend over straat gingen, tot ongenoegen van premier Jan Peter Balkenende.

Daarom kan het verstandig zijn uitglijders te voorkomen door de touwtjes strak in handen te houden. Een dergelijke geslotenheid dient tevens een hoger doel. Het schept een vorm van interne cohesie, er wordt een wij-zij sfeer gecreëerd, bijvoorbeeld ten opzichte van de media. Die zijn vanzelfsprekend zonder uitzondering erop uit de PVV te doen imploderen. Dat levert immers nieuws op.

Wie de coverage van de minder-minder-speech zag en daarna de hele speech bekeek, kan onmogelijk gemist hebben dat daar inderdaad selectief geknipt is. Dat was koren op de molen van Wilders, die vervolgens kon roepen dat zijn woorden out of context gebruikt waren om goedkoop te scoren tegen de PVV.

Het is evenwel wat de media doen: die pakken het meest prangende, schokkende, meest newsworthy deel uit een verhaal, en gaan daar mee aan de haal. Wat dan precies nieuws is, is uiteraard subjectief, dat bepaalt de redactie. Vanwege die selectiviteit is altijd ruimte voor het slachtoffer te zeggen dat een onheus beeld van hem of haar geschetst is. Wilders weet dat gegeven als geen ander te gebruiken voor het versterken van het imago van de PVV als politieke outsider.

Anders

Die rol past de partij precies, omdat deze zich bij uitstek profileert als de partij die daadwerkelijk – heus echt – anders is dan de Haagse plucheklevers. Dat anders-zijn is een fundamenteel onderdeel van het imago van de partij. Het is waarom kiezers de PVV wel en andere partijen niet moeten vertrouwen met een beter beleid in de zorg of een hardere opstelling ten opzichte van Europa. De partij heeft er daarom baat bij dat beeld hoog te houden.

De lokale politiek staat min of meer in dienst van dat gegeven, als we mogen geloven wat Brands uit Wilders’ mond optekende vlak na de mediagenieke speech. “Als je nou nog uitgenodigd wordt, denk ik dat je niet eens koffie aangeboden krijgt”, zou de partijleider gezegd hebben tegen de Haagse PVV-leider Léon de Jong. Als dat waar is – Wilders beweert zelf van niet – verraadt het ten dele de intenties van Wilders achter het geven van de speech. Deze was dan bewust zo ontvlambaar mogelijk, opdat de tegenstelling tussen de PVV en de gevestigde orde zo scherp mogelijk naar voren zou komen.

Dat is in ieder geval gelukt. De authenticiteit van de PVV als partij die wars van alles zegt waar het op staat en een thermometer diep in de samenleving heeft zitten werd wederom bevestigd. Dat het vervolgens aangiftes regende past precies in die strategie, want aangiftes zijn nog steeds nieuws. Dat illustreert het aanstaande aangiftefeestje tegen GeenStijl bij een gesloten politiebureau maar weer.

Schoonmoeder verkopen

In een interview met NU.nl voorspelt Wilders zelf dat de PVV zal gaan regeren. Dat is een helder streven. Tegelijkertijd erkent hij dat politiek in Nederland inderdaad bestaat uit coalities vormen. Coalitievorming moet echter geen probleem zijn, want de overige partijen zullen “uiteindelijk hun schoonmoeder nog verkopen” om aan de macht te komen. Daarbij redeneert Wilders dat hoe groter de PVV wordt, des te meer de partij het gelijk aan haar zijde zal vinden. Met andere woorden, op een gegeven moment wordt de partij dermate groot dat linksom of rechtsom er mee geregeerd zal moeten worden.

Het is echter nog maar de vraag of dat wel klopt. Het huidige gelijk van de PVV, dat Wilders gevalideerd ziet door stijgende peilingen, hoeft niet het gelijk van over een jaar of over twee of over tien jaar te zijn. Er is weinig veranderlijker dan de publieke opinie – vraag dat maar aan Jack de Vries of Job Cohen. Die veranderlijkheid wordt nog wel eens vergeten door de zweem van onaantastbaarheid die Wilders om zichzelf en zijn partij heeft weten te creëren, en het moet gezegd dat de partij een onwaarschijnlijk sterke reeks heeft neergezet.

‘Schoothondje’

Toch gaat ook de PVV vanzelf zwaar weer kennen, om wat voor reden dan ook. Door hoog in te zetten op een positie als authentieke buitenbeen neemt de partij het risico dat ze bepaalde deuren voor zichzelf sluit die ze op dit moment niet, maar in de toekomst wel geopend zou willen zien. Politiek is altijd geven en nemen, maar juist op het geven heeft Wilders altijd in extremis afgegeven – bijvoorbeeld toen hij de term schoothondje in de Tweede Kamer introduceerde.

Of de partij het imago van authentieke outsider kan behouden terwijl ze tegelijkertijd water bij de wijn doet om idealen te kunnen realiseren, dat zal de echte test voor de levensvatbaarheid van de PVV worden.

De partij is geen eendagsvlieg, zoveel is duidelijk, maar wat ze dan wel is zal nog moeten blijken. De komende tijden bieden wat dat betreft alvast een voorproefje. Nigel Farage, EU-criticus uit het Verenigd Koninkrijk, heeft aangegeven mordicus tegen een samenwerking met het rechtse blok van de PVV en het Front National te zijn, vanwege de antisemitische opvattingen die volgens Farage diep verweven zitten in het Front.

Wilders is er van overtuigd dat hij Farage en zijn Ukip – zo heet die partij echt – kan overhalen toch toe te treden tot het blok. Lukt hem dat, dan is dat het eerste wapenfeit in wat hopelijk een lange carrière als bruggenbouwer mag worden. Het is hem van harte gegund.