Fransen volgen naar Mali? Meh

06-06-2013 16:16

Het leek zo’n mooi scenario: de minst populaire president van Frankrijk in dertig jaar, Francois Hollande, doet zijn superheldencape om en beveelt tot een inval in Mali. Geheel belangeloos natuurlijk: gewoon omdat de Fransen verantwoordelijkheidsgevoel hebben en iets willen doen voor de internationale gemeenschap. Dat stelletje opstandige islamisten moest verdreven worden om de terugkeer van stabiliteit af te dwingen. Het voortbestaan van Mali stond immers op het spel! Het leverde Hollande een glorieus heldenontvangst op in het Afrikaanse land en zelfs de Franse oppositie betoonde in een sterk staaltje Frans chauvinisme steun aan de president.

‘Vrijwilligers’

Alhoewel vrij snel ook forse kritiek klonk: ach ja, politiek blijft politiek. De Fransen proberen ons ondertussen nog steeds wijs te maken dat ze in Malì zitten om te voorkomen dat het een brandhaard voor terrorisme wordt. Deze inval had niets te maken met het genereren van een Malí-effect (lees: het opkrikken van Hollande’s populariteit door een succesvolle inval), het in stand houden van de Franse invloedssfeer in Afrika of het zeker stellen van toegang tot uraniumvoorraden die Frankrijk nodig heeft voor haar energiebehoefte. Echt niet. Inmiddels zijn er zelfs Nederlandse ministers en Kamerleden die denken dat het vooral een goed idee is om een handje te helpen en 30-40 militairen te sturen. Anders doen we niet meer mee. Lijkt ons onzin en participeren in een dergelijke missie lijkt ons helemaal niet zo’n goed idee. Waarom Nederland er goed aan doet om tijdens de tweede internationale ‘vrijwilligers?’ vraagronde even fluitend om zich heen te kijken.

‘Terrorisme’ in Mali

Wanneer het gaat om brandhaarden voor terroristen, zijn er slechts twee staten te noemen die al-Kaida openlijk en actief hebben gesteund: Afghanistan ten tijde van de Taliban en Soedan onder al-Bashir. Pakistan is hier een twijfelgeval: hier zijn het, naast de Pakistaanse veiligheidsdienst ISI, vooral lokale heersers (door de tribale Pashtun traditie van zelfbestuur) die een oogje dichtknijpen. In Mali profiteerden de islamisten van een door militairen gepleegde staatsgreep, een opstand door lokale Touareg-rebellen en de chaos die dat vervolgens met zich meebracht. Toegegeven, mede aan Al-Kaida gelinkte islamistische groeperingen hebben enige invloed in de regio, maar het betreft een relatief klein aantal strijders die vooral geen bovennatuurlijke krachten toegeschreven moet worden. Dus vanwaar dat overtrokken tromgeroffel over ‘terrorisme’ in Mali of all places?

Behoud van de invloedssfeer

De interventie in Mali komt niet van de ene op de andere dag, maar is onderdeel van een brede Franse campagne ter behoud van de eigen invloedssfeer in de Afrikaanse regio. Frans West Afrika was tot 1960 een federatie van de acht koloniale gebieden in Afrika: Mauritanië, Senegal, Frans Sudan (nu: Mali), Frans Guinee, Ivoorkust, Haut Volta (nu: Burkina Faso), Dahomey (nu: Benin) en Niger.

Franse invloedssfeer

De Franse invloedssfeer concentreert zich met name in Senegal, Mali en Niger. Toch bemoeiden zij zich ook flink met Soedan (rechts van Tsjaad), terwijl Frankrijk in de Soedan-regio in het verleden alleen iets had te zeggen over het Westelijke gedeelte (nu: Mali). Het huidige Soedan stond voorheen onder Brits(-Egyptisch) bestuur. Dus waarom die stampij over niet voormalig koloniaal gebied, zoals Darfur? Darfur is voor de Fransen alleen interessant vanwege Tsjaad: hier leven ongeveer 26 (regionaal invloedrijke) stammen aan de grens bij Darfur die de afgelopen jaren zijn gearabiseerd. De Arabische islamisten maken dat de Franse taal, maar ook de traditie van diens instituties afneemt in de regio – dit betekent onherroepelijk ook een afname in zeggenschap en invloed. Zeggenschap in een olie- en uraniumrijk gebied als de Sahel kan gezien worden als een vitaal belang voor Frankrijk. Daarbij moet ook het gasrijke buurland en voormalig Franse kolonie Algerije niet uit het oog worden verloren.

Verdwenen van de voorpagina’s

De Soedanese rebellenleider Abdul Wahid al Nur werd dan ook met open armen ontvangen op de ambassade in Parijs: hij sprak immers van ‘islamitische fascisten’. Laten we wel wezen; de mix van terrorisme en schending van mensenrechten doet het goed in Europa. Slechts vijf landen (waaronder Denemarken) hebben het hoofd koel weten te houden en zullen niet interveniëren. Intussen is Mali alweer verdwenen van de voorpagina’s. Dat wil niet zeggen dat het conflict al op het lijstje van successen mag worden bijgeschreven. De inval ging dan misschien vlot, maar Mali verlaten terwijl de stabiliteit blijvend moet worden bewaakt zou nog wel eens een heel ander verhaal kunnen worden. Deze kwestie is nog niet opgelost en dit conflict zou zich wel eens langer kunnen gaan voortslepen dan men beseft. De Malinezen hebben zelf ‘no spirit for change’, maar vooral honger door voedselgebrek. Neemt niet weg dat er ondertussen (overigens goedbetaalde Westerse) stemmen opgaan voor ‘long term engagement’ (trek er maar een paar decennia voor uit) en ‘institution building’.

Zolang er niet uitgelegd kan worden wat voor Nederland het strategisch nut is van een dergelijke missie (en voor ‘bescherming van de internationale rechtsorde en instabiliteit aan de poorten van Euopa doen wij het niet), wat de kosten en de baten zijn en waarom wij daar minimaal een decennium zullen moeten zitten, dient Nederland zich verre te houden van participatie.

Dieuwertje Kuijpers en Stephan de Vries zijn politiek analist. Zij schreven dit artikel op persoonlijke titel en zijn te volgen via het defensieblog Stukje Duiding.